1. Je weet de betekenis van het begrip modern imperialisme.
2. Je weet de betekenis van de begrippen nationalisme en nationale bewegingen.
3. Je weet waarom de relatie tussen Duitsland en Frankrijk zo slecht was rond 1900.
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je weet de betekenis van het begrip nationalisme, veelvolkerenstaat, militarisme en wapenwedloop.
2. Je weet de nationalistische ideeën en spanningen van - en tussen de Europese landen
Slide 4 - Tekstslide
Theorie
Rond 1900 was iedereen blij! De 20e eeuw zou een nieuwe en bijzondere eeuw worden vol met wetenschap en vooruitgang! (A door table .. )
Toch op de achtergrond spelen een aantal zaken tussen Europese grootmachten.
Meerdere landen wil graag modern imperialisme. Landen gebruiken voor hun grondstoffen en voor eigen uitbreiding van macht.
Tussen Frankrijk en Duitsland liep het ook niet heel lekker..
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Theorie
Rond 1900 was er dus veel enthousiasme voor de nieuwe eeuw. Mensen waren erg trots op hun land, volk en cultuur. Dit noemen we nationalisme.
Opschrijven:
Nationalisme: Trots zijn op je eigen volk, land en cultuur.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Theorie
Welke nationalistische gevoelens speelde er rond 1900 bij de Europese grootmachten?
Slide 9 - Tekstslide
Theorie
Engeland:
Wilde de koploper blijven op het gebied van industrie, marine en kolonies.
Slide 10 - Tekstslide
Theorie
Duitsland:
Was pas net een eenheid (1871)en wilde meer kolonies hebben. Wilde met Engeland om de macht strijden.
Slide 11 - Tekstslide
Theorie
Frankrijk:
Was boos op Duitsland voor het verliezen van een oorlog en een provincie. Zint op wraak!
Slide 12 - Tekstslide
Theorie
Oostenrijk-Hongarije:
Wil vooral een eenheid blijven. Tientallen kleine staatjes willen binnen OH onafhankelijk worden. OH is een goed voorbeeld van een veelvolkerenstaat.
Veelvolkerenstaat: Staat waarin verschillende volken samenleven onder een centrale regering.
Slide 13 - Tekstslide
Theorie
Veel Europese landen hadden inmiddels een professioneel leger(?). Door de Industriële Revolutie werden wapens en uniformen nu snel en op grote schaal gemaakt. Het leger kreeg een grote en belangrijke rol in het leven van de Europese landen rond 1900.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Theorie
Opschrijven:
Militarisme: Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft zoals wapens, medailles en uniformen.
Slide 16 - Tekstslide
Theorie
Elk land begon zich langzamerhand toch maar te wapenen. Elk land wilde voor zijn leger de beste en vooral de meeste wapens hebben. Vooral natuurlijk meer dan de andere landen. Daarom ontstond er een wapenwedloop.
Slide 17 - Tekstslide
Theorie
Opschrijven:
Wapenwedloop: Strijd tussen landen om wie de meeste en krachtigste wapens heeft.
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag
1. Maak de opdrachten van 3.1 uit je werkboek.
2. Lees paragraaf 3.1 goed door en maak een eigen samenvatting.
3. Optioneel: kijk In Europa - Aflevering 1914 (website te vinden via Google)
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen nabespreken
1. Je weet de betekenis van het begrip nationalisme, veelvolkerenstaat, militarisme en wapenwedloop.
2. Je weet de nationalistische ideeën en spanningen van - en tussen de Europese landen