1. Vouw het A-4 in 16 vakjes
2. Knip de 16 vakjes uit
3. Schrijf op de voorkant het Duitse woord
4. Schrijf op de achterkant het Nederlandse woord
5. Stop de woorden in de envelop
6. Ken je het woord goed? Laat hem uit de envelop en blijf oefenen met de woorden die je nog niet kent