In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Een zakelijke mail schrijven
Slide 1 - Tekstslide
We gaan een mail naar de tandarts sturen om een afspraak te verzetten.
Slide 2 - Tekstslide
Tekstdoel
Wanneer schrijf je de zakelijke e-mail? Dus met welk doel!
Bijvoorbeeld:
Je hebt een vraag aan je docent.
Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.
Slide 3 - Tekstslide
Leespubliek:
Aan wie schrijf je een zakelijke e-mail?
Je schrijft aan iemand die je niet persoonlijk kent. ( Jullie zijn geen vrienden of familie)
Bijvoorbeeld:
De tandarts, of Vodafone, (je docent)
Slide 4 - Tekstslide
Taalgebruik
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je niet persoonlijk kent.
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan.
U,
Mevrouw Kasan, ( Dus geen je en jij!)
Dit noem je formeel taalgebruik.
Slide 5 - Tekstslide
Ik schrijf een persoonlijke e-mail naar de Cool Cat als ik een klacht heb over een broek die ik heb gekocht.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik u en jij gebruik in mijn tekst.
C
Waarom ik de tekst schrijf.
Slide 7 - Quizvraag
Een passende slotformule voor mijn Zakelijke e-mail is.....? Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Hoogachtend,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,
Slide 8 - Quizvraag
In de kern........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.
Slide 9 - Quizvraag
Je hebt een afspraak bij de tandarts staan voor 13 december om 16.00 uur. Helaas is er iets tussen gekomen en je moet de afspraak verzetten. Stuur een zakelijke mail waarin je de afspraak verzet. Maak gebruik van de indeling op de volgende slide.
Het mailadres van de tandarts is: f.groenendijk@rgomiddelharnis.nl