Taak 'je présente ma vie et mes passions

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide



Les objectifs du cours
À la fin du cours...

  • Je hebt de tekst die je gemaakt hebt in week 46 afgemaakt (gedag zeggen, je stelt jezelf en je familie voor, je vertelt over je huis en je vrije tijd en waar je van houdt en je vertelt wat je het in afgelopen weekend hebt gedaan).
  • Je hebt korte zinnen gebruikt en fouten in je tekst verbeterd
  • Je kan je tekst goed uitspreken.


Le programme


  1. Je kan alles vertellen wat er van je gevraagd wordt in de opdracht.
  2. We gaan samen oefenen met spreekvaardigheid en jij gaat oefenen hoe jij jouw verhaal gaat vertellen.
  3. Je gaat bedenken hoe je het gaat filmen en hoe je uitspraak zo Frans mogelijk kan klinken. 
Qu'est-ce qu'on va faire ?

Slide 2 - Tekstslide

Comment?
Je hebt al alles kunnen opschrijven zonder hulpmiddelen te gebruiken.


  1. De taalfuncties 'D'accord' (156 t/m 163).
  2. Je fotoalbum uit klas 1.
  3. Pages jaunes (grammatica en expressions) van chapitre 1 en 2.
  4. Vocabulairelijst periode 1 en 2.
  5. Uitspraakregels (168 t/m 170).

Slide 3 - Tekstslide

Au programme aujourd'hui...
  • 1. 2 teksten (als voorbeeld) 'je présente ma vie et mes passions' samen bespreken + uitspraak oefenen.

  • 2. Je gaat je tekst aanpassen/verbeteren + uitspraak oefenen 

  • 3. Je tekst is afgemaakt! korte Franse klanken oefenen + oefenen! Binnen en buitencirkel (20min.)

Slide 4 - Tekstslide

2 teksten  

'je présente ma vie et mes passions'

 samen bespreken!
timer
25:00

Slide 5 - Tekstslide

La prononciation

Slide 6 - Tekstslide

Uitspraak

  • Je hebt nu 10 minuten voorbereiding met LessonUp.
  • Schrijf in je tekst (aantekeningen) hoe je de woorden uitspreekt.
  • Je oefent met je klasgenoten en met Josephine/Lorène vóór de activiteit > Binnen en buiten cirkel. 

... Dus gebruik je werktijd efficiënt!

Slide 7 - Tekstslide

1. Uitspraak van de eindletters

Slide 8 - Tekstslide

Welke letters zijn gedempt in het Frans?

Slide 9 - Woordweb


1. In het algemeen spreek je de -e niet uit aan het einde van een woord. 
Ex: l'école...

2. We spreken de meervouds -s niet uit.
Ex: tables, enfants...

3. In het algemeen worden medeklinkers niet uitgesproken aan het einde van een woord
.
Ex: grand, beaucoup, deux, blanc...

Attention ! 
Tout l'entrainement (de foot)                      Un grand match
Toute une série tv                                           Une grande soeur







Slide 10 - Tekstslide

In het Frans kunnen bijna alle letters worden gedempt (bijvoorbeeld aan het einde van een woord).


Alleen de letters -a, -o en -q kunnen niet worden gedempt.
Ex. Yoga, coca
Zéro, Judo
Cinq



Slide 11 - Tekstslide

2. Combinatie van tweeklanken

Slide 12 - Tekstslide

  • ou --> bonjour --> oe
  • oi --> trois --> wa
  • au --> jaune --> oo
  • ai --> maison --> è
  • eu --> jeu --> eu
  • ui --> suis --> wie

Slide 13 - Tekstslide

Koppel de Franse klanken met de Nederlandse klanken
OU
bonjour
OI
trois
AU
jaune
AI
maison
EU/OEU
jeu/oeuf
UI
suis
OE
WA
OO
È
EU
U van duf
WIE

Slide 14 - Sleepvraag

3. Les verbes

Slide 15 - Tekstslide

Koppel de werkwoorden met dezelfde uitspraak
Zelfde uitspraak
Il a joué
Tu joues
Je joue
Elles jouent
Nous jouons

Slide 16 - Sleepvraag

Et oui... -e, -es, -ent.

Je spreekt de ww allemaal op dezelfde manier!
je joue, tu joues, ils jouent

Slide 17 - Tekstslide

4. Le G et le C

Slide 18 - Tekstslide

Le G
 G (zacht) = [j]
e, i, y

G (hard) =[g]
a, o, u

GN spreek je uit als in het NL-woord 'champignon'
Ex. gagner, magnifique

Slide 19 - Tekstslide

Le C
C (zacht) = [s]
e, i, y

C + ç (hard) = [k]
a, o, u

Slide 20 - Tekstslide

5. Autres règles
  • t + ion--> s
Ex: information, exception...
Behalve: question 

  • qu --> k
Ex: que, question...
Behalve: quiz (kw)

  • ch --> sh
Ex: chien, chat...
J spreek je uit als het nl -woord journaal
Ex: J'ai, je suis, aujourd'hui, bonjour, etc.

S spreek je uit als Z
Ex. la maison

Ss spreek je uit als S
Ex. Le poisson (en niet le poison,  anders heeft het een andere betekenis!)

ie spreek je uit als > ex. hier

Slide 21 - Tekstslide

Et enfin... les accents -e, é, è, ê
e spreek je uit als in het nl woord 'menu': Ex. regarde, je

Accenten op de e geven aan hoe je een woord moet uitspreken.

é spreek je je uit als in het nl woord 'café': Ex. école

è je uit als in het nl woord 'crème': Ex. père, mère, collège

ê je uit als in het nl woord 'best': Ex. fête, rêve

Slide 22 - Tekstslide

Ensuite...
1. Je gaat je tekst aanpassen/verbeteren + uitspraak oefenen 
 Vakantiekaart 

2. Je tekst is af! 
> Korte franse klanken oefenen + binnen en buitencirkel (20min.) 

Slide 23 - Tekstslide

Bonne chance!

Slide 24 - Tekstslide