Geld kun je maar één keer uitgeven. Dat geldt voor jou persoonlijk, maar ook voor een gezin. Het is belangrijk om te bedenken welke uitgaven noodzakelijk zijn en welke niet.
In deze paragraaf leer je meer over de inkomsten en uitgaven van een huishouden.
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Na deze les:
weet je wat huishoudelijke uitgave zijn;
weet je wat persoonlijke uitgave zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
Wat zijn prioriteiten?
Slide 4 - Tekstslide
Instructie
Binnen de economie moet je vaak prioriteiten stellen. Eten en drinken zijn belangrijker van een game.
Inkomsten krijg je vaak eens per maand. Bijv. bij een uitzendbureau kun je inkomsten per week krijgen.
Slide 5 - Tekstslide
Instructie
Huishoudelijke uitgaven zijn voor het eten, de was en het schoonmaken.
De huishoudelijke uitgaven bestaan voornamelijk uit verbruiksgoederen. Dit zijn producenten die maar één keer worden gebruikt.
Persoonlijke uitgaven zijn uitgave die je voor jezelf of voor de ander koopt.
Slide 6 - Tekstslide
Instructie
Slide 7 - Tekstslide
Begeleid inoefenen
Opdracht 1 maken we samen
Blz. 8
Slide 8 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Opdracht 2, 3, 4 en 5
Blz. 8 + 9
Klaar? Iets voor een ander vak.
Slide 9 - Tekstslide
Evaluatie-huiswerk
Evaluatie:
Wat is het verschil tussen huishoudelijke en persoonlijke uitgaven?
Wat zijn verbruiksgoederen?
Huiswerk voor de volgende les: opdracht 1 t/m 5, blz. 8 + 9