9.3 Exponentiële verbanden

Hoofdstuk 9


Invoegen plattegrond op niveau
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9


Invoegen plattegrond op niveau

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 9
De vorige les


Deze les.

9.2 Lineaire verbanden
Leerdoel 1 + 2

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk controle
Leg je schrift open.

Opgave 11, 12 en 13.


Ondertussen inleveren opgave 12 en vul in hoeverre je het leerdoel beheerst.




Slide 3 - Tekstslide


Slide 4 - Open vraag

Leerdoel(en) behaald deze les?


A
Groen
B
Oranje
C
Rood

Slide 5 - Quizvraag

Aantekening 9.1 Lineaire verbanden.
 Opgave 4, 6 en 7.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdstuk 9



Deze les.
9.3 Lineaire verbanden

Leerdoel 3+4

Slide 7 - Tekstslide

Welke grafiek geeft exponentiële groei weer?
A
Rood
B
Blauw
C
Groen

Slide 8 - Quizvraag

Welke tabel hoort bij exponentiële groei?
A
1
B
2
C
1+2
D
geen van beide

Slide 9 - Quizvraag

De standaard formule voor exponentiële groei is:
A
y=ax+b
B
y=ax2+bx+c
C
y=bax
D
N=b.gt

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de groeifactor bij een toename van 5%?
A
0,05
B
0,5
C
5
D
1,05

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de groeifactor bij een toename van 0,3%?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de groeifactor bij een afname van 6%?

Slide 13 - Open vraag

Als ik 250 euro op een spaarrekening zet en ik krijg 2% rente. Hoeveel gaat staat er na 1 jaar op de rekening? (denk aan de berekening)

Slide 14 - Open vraag

Als ik 250 euro op een spaarrekening zet en ik krijg 2% rente. Hoeveel gaat staat er na 15 jaar op de rekening? (Denk aan de berekening)

Slide 15 - Open vraag

Als ik 250 euro op een spaarrekening zet en ik krijg 2% rente. Wat de exponentiële formule hierbij?

Slide 16 - Open vraag

De formule die bij deze tabel hoort is:
t=0 in 2010.
A
N=11600700t
B
N=82001,09t
C
N=8200700t
D
N=116001,09t

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

4.1 Grafieken en exponentiële functies
Wiskundig gezien:

Slide 20 - Tekstslide

Welke functie kan horen bij deze grafiek?
A
f(x)=11,2t
B
g(x)=12,34t
C
h(x)=10,91t
D
i(x)=2,45t+1

Slide 21 - Quizvraag

De groeifactor per dag is 1,02.
Wat is de groeifactor per week?

Slide 22 - Open vraag

De afname per jaar 6%. Wat is de groeifactor per maand?

Slide 23 - Open vraag

De afname per jaar 6%. Wat is de afname in procenten per maand?

Slide 24 - Open vraag

Aantekening 9.3 Exponentiële verbanden.
 Opgave 15, 18, 19 en 21

Slide 25 - Tekstslide

Hoofdstuk 9



Deze les.
9.3 Lineaire verbanden

Leerdoel 3+4

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Aantekening 9.3 Exponentiële verbanden.
 Opgave 15, 18, 19 en 21

Slide 28 - Tekstslide

Hoofdstuk 9



Deze les.
9.3 Lineaire verbanden

Leerdoel 3+4

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoel(en) behaald deze les?


A
Groen
B
Oranje
C
Rood

Slide 30 - Quizvraag