We zijn met z’n drieën nu.We waren met z’n vieren, maar één van ons gaat dood. Dat kun je beter maar weten. Nu al, voordat ik begin.
Eén van ons sterft, maar daar gaat het niet om. Het veranderde alles, dat wel. Maar het gaat erom dat drie van ons blijven leven.
Wij drieën hebben alles doorstaan. De bommen, de branden, de nachten. Wij zijn er nog.
Ons leven begint pas net.
We waren met z’n vieren, maar vaak hadden we net zo goed alleen kunnen zijn.
Als je nacht na nacht wacht in het donker, het keiharde ijzer in je rug terwijl boven je hoofd de wereld in elkaar wordt geslagen, wat heb je dan aan andere mensen?
Soms helemaal niks.
Maar soms helpt het.
We waren met z’n vieren, en dat hielp.