OEFENEN met erfelijkheidsvraagstukken - Monohybride kruisingen
- X-chromosomale overerving
- Intermediaire overerving - Lethale factoren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Deze les:
OEFENEN met erfelijkheidsvraagstukken - Monohybride kruisingen
- X-chromosomale overerving
- Intermediaire overerving - Lethale factoren
Slide 1 - Tekstslide
Een vrouw met blauwe ogen krijgt een kind met bruine ogen (bruin is dominant). Welk(e) genotype(s) kan de vader hebben?
Slide 2 - Open vraag
In welke cellen komen geslachtschromosomen voor?
A
Alleen zaadcellen en eicellen
B
Zowel zaadcellen, eicellen als lichaamscellen
C
Alleen lichaamscellen
D
geen van de antwoorden is juist
Slide 3 - Quizvraag
Een zwartharige cavia en een witharige cavia krijgen kinderen. De helft van die kinderen is zwartharig. Wat was het genotype van de ouders? Gebruik 'Z' en 'z'
Slide 4 - Open vraag
Twee honden die kunnen tongrollen worden met elkaar gekruist. Van hun nakomelingen kan 1/3 niet tongrollen. Wat is hier aan de hand?
Slide 5 - Open vraag
De ziekte van Duchenne komt veel vaker bij mannen voor. Dit is dus waarschijnlijk een:
A
y-chromosomale overerving
B
x-chromosomale overerving
C
ziekte veroorzaakt door defect testosteron
D
alleen via de vader te erven
Slide 6 - Quizvraag
Een kleurenblinde vader krijgt twee dochters met een vrouw die drager is. Hoe groot is de kans dat de dochters ook kleurenblind zijn? Noteer je 'berekening'
Slide 7 - Open vraag
Groene oogkleur erft intermediar over. Een kind heeft groenbruine ogen. Wat was het genotype van de ouders? Let op notering.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het genotype van persoon 5?
Slide 9 - Open vraag
Bloedgroepen: Hoe noteer je het genotype van iemand met bloedgroep 0?
Slide 10 - Open vraag
Welke genotypen kan iemand met bloedgroep A hebben?
Slide 11 - Open vraag
Twee fruitvliegjes krijgen 300 kinderen. Daarvan hebben 100 kleine vleugels. Wat is/zijn het genotype(s) van de fruitvliegjes met grote vleugels?