1KM L2 H1 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

•  Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek
• Schrift of collegeblok
• Pen

Wat gaan we doen?

• Dagopening
• Lesdoelen
• Mededelingen
• Lezen
• Nakijken startopdracht blz. 12
• Uitleg theorie
• Maken opdracht 1 samen 
  
• Oefenen
• Woordenspel
• Huiswerk
• Evaluatie les

Goedemorgen!

Lesdoelen

• Ik kan het onderwerp van een korte tekst vinden

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lezen in stilte

Nakijken startopdracht

• Kijk met een andere kleur pen na.
• Zet een krul als het antwoord goed is.
• Is het fout? Zet een kruisje en daarachter het juiste antwoord.

Nakijken startopdracht

1. Vriendschapsbandje

2. ....

3. Vriendschapsbandje/...

4. In ieder geval een foto of tekening met een 

vriendschapsbandje

Theorie: het onderwerp van een tekst

Het onderwerp van een tekst zegt waar de tekst over gaat.
Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, begrijp je beter waar de tekst over gaat.
Het onderwerp moet zo kort mogelijk zijn. Meestal één woord, soms twee of drie.
Het onderwerp is nooit een hele zin

Theorie: hoe vind je het onderwerp?

Bekijk de tekst:

• Kijk naar de titel
• Kijk naar de afbeeldingen bij de tekst
• Kijk naar de tussenkopjes
• Kijk of woorden anders gedrukt zijn
• Lees het eerste stukje (de eerste alinea) van de tekst.

Theorie: hoe vind je het onderwerp?

Geef dan antwoord op de vraag: 

Waar gaat deze tekst over?

Opdracht 1

• Lees opdracht 1
• Lees tekst 2
• Schrijf de titel op.
• Wat zie je op de afbeelding?
• Heeft de tekst een tussenkopje?
• Wat is het onderwerp?

Wat is het onderwerp?

1. De dochter van Ed Sheeran
2. De naam Lyra
3. Beschuit met muisjes
4. Een meisje

Wat is het onderwerp?

1. Las Vegas
2. Amerikaanse duiven
3. Duiven met cowboyhoedjes
4. Bezienswaardigheden in Las Vegas

Wat is het onderwerp?

1. Uitvindingen
2. Rietjes van pasta
3. Groot-Brittannië
4. Maxi Glemann

Zelfstandig werken

Maak opdracht 2 en 3 op blz. 13 t/m 15.
Heb je vragen? Steek je vinger op!

Klaar? 
Maak opdracht 4 

Woordenspel

Je krijgt een letter.
Je krijgt een categorie.
Je krijgt 2 minuten.
Schrijf zoveel mogelijk woorden in die categorie op met die letter. Het groepje met de meeste juiste woorden, krijgt een punt! Het groepje met de meeste punten wint!

Eten

Beroepen

Steden

Dieren

Elektrische apparaten

En de winnaar is......

Rustig samenwerken

Maak opdracht 2 en 3 op blz. 13 t/m 15.
Heb je vragen? Steek je vinger op!

Klaar?
Maak opdracht 4, 5 en 6.

Huiswerk

Datum:
Woensdag 09 september

Maken:

• Hoofdstuk 1: Opdracht 2 en 3

Lesdoelen

• Ik kan het onderwerp van een korte tekst vinden

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?