1. Stadstaten en kolonies

Bij de oudheid horen de volgende samenlevingen:
A
Egyptenaren, Romeinen, Fransen
B
Egyptenaren, Romeinen, Azteken
C
Egyptenaren, Nederlanders, Azteken
D
Egyptenaren, Romeinen, Grieken
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bij de oudheid horen de volgende samenlevingen:
A
Egyptenaren, Romeinen, Fransen
B
Egyptenaren, Romeinen, Azteken
C
Egyptenaren, Nederlanders, Azteken
D
Egyptenaren, Romeinen, Grieken

Slide 1 - Quizvraag

De oudheid begon
A
3000 v.chr
B
1200 v.chr
C
750 v.chr
D
500 n.chr

Slide 2 - Quizvraag

Elke stadstaat had zijn eigen koning
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Welke stadstaat had een democratie?
A
Sparta
B
Thebes
C
Athene
D
Korinthe

Slide 4 - Quizvraag

De Grieken geloofden allemaal in Zeus
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

De Grieken bleven alleen in Griekenland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

De koning die uiteindelijk heel Griekenland veroverd heette
A
Julius Caesar
B
Alexander de Grote
C
Karel de Grote
D
Socrates

Slide 7 - Quizvraag

De Oude Grieken
Stadstaten in het oude Griekenland 

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat stadstaten zijn en waarom Grieken kolonies stichtten

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zag de stadstaat eruit?
- Agora (het plein)

- Akropolis 

- Stadsmuur 

- Landbouw

Slide 10 - Tekstslide

Bergebieden en zee
Onvruchtbare grond

Veel bergen

Veel eilanden

Slide 11 - Tekstslide

Koloniën
- Gebieden in een vreemd land

- hongersnood en overbevolking

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een stadstaat?
A
Een stad met omliggend terrein en een eigen bestuur.
B
Een stad die onderdeel is van een grotere staat.
C
Een staat die bestaat uit een aantal kleinere steden.
D
Een staat met een aantal steden en kolonies.

Slide 13 - Quizvraag

De Agora was het verhoogde gebied.
A
Juis
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Op de Akropolis stonden de:
A
Boerenhuizen en tempels
B
De huizen van burgers en tempels
C
De tempels en overheidsgebouwen
D
De overheidsgebouwen en huizen van burgers

Slide 15 - Quizvraag

Waarom stichtten de Grieken kolonies?
A
Zij wilden nieuwe gebieden overnemen
B
De Grieken hadden te vaak oorlog
C
Mensen moesten vluchten uit hun stad
D
Er was te weinig eten voor iedereen

Slide 16 - Quizvraag

In welke gebieden hadden de Grieken kolonies?
Kies het juiste antwoord


A
Gebied B, F en A
B
Gebied B, E en D
C
Gebied B, C en D
D
Gebied A, B en D

Slide 17 - Quizvraag

Aantekening
  • De Grieken leefden in stadstaten: Steden die beheerst werden door een koning of ander bestuur. 
  • Bij de stadstaat hoorde zowel het platteland als de stad. 
  • Rond 800 v.chr was er te veel bevolking. De Grieken vestigden zich in gebieden rond de Middellandse Zee. Dit noemen we koloniën.

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten 
Opdrachten 6 en 7 van de Oriëntatie
Opdrachten 2 + 3 + 4a-b van paragraaf 2.1

Slide 19 - Tekstslide