der die das

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Noch Fragen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Sleepvragen

Slide 8 - Tekstslide

der
die
das
mannelijk
vrouwelijk 
onzijdig

Slide 9 - Sleepvraag

voor mannelijke woorden gebruik je
voor vrouwelijke woorden gebruik je
voor onzijdige woorden gebruik je
das
der
die

Slide 10 - Sleepvraag

der
der
das
das
der
die
das

Slide 11 - Sleepvraag

Multiple choice
A, B of C ?

Slide 12 - Tekstslide

der, die oder das?

Oma
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

der, die oder das?

Kuh
A
die
B
der
C
das

Slide 14 - Quizvraag

der, die oder das?

Bruder
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quizvraag

der, die oder das?

Frau
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

Der, die oder das?

Haus
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

der, die oder das?

Theater
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag

der, die oder das?

Stier
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

der, die oder das?

Jahr
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quizvraag

der, die oder das?

Onkel
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quizvraag

der, die oder das?

Cousine
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quizvraag

der, die oder das?

König
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quizvraag

der, die oder das?

Königin

A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quizvraag

Verder naar Wortschatz!

Slide 25 - Tekstslide

Wat betekent Englisch
A
Engels
B
Duits

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent Sozialkunde
A
Engels
B
Gym
C
Maatschappijleer

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent Woche
A
Vandaag
B
Week
C
Maand

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent Heute
A
Vandaag
B
Week
C
Maand

Slide 29 - Quizvraag

Wat betekent Erdkunde
A
Aadrijkskunde
B
Geschiedenis

Slide 30 - Quizvraag

Die Tage der Woche
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Montag
Dienstag
Mittwoch
Donnerstag
Freitag
Samstag
Sonntag

Slide 31 - Sleepvraag

makkelijk
Saai
Leuk
stom
blöd
Toll
Einfach / leicht 
Langweilig 

Slide 32 - Sleepvraag

Hoe ging deze quiz?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll