2.3 Athene en Sparta

2.3 Athene en Sparta
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.3 Athene en Sparta

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Sparta
  1. -Militaire staat -> hoplieten (soldaten met dure wapenuitrusting) waren de enige met volle rechten
  2. -Alle jongens vanaf 7 jaar bij moeder weg voor militaire training
  3. -Hele opvoeding gericht op worden van goede soldaat

Slide 3 - Tekstslide

Sparta (2)
  1. - Meisjes ook harde opvoeding -> veel sport en beweging ->sterke vrouw baart sterke kinderen !
  2. -Mannen wonen in kazernes (militaire basis) -> af en toe naar huis om baby's te maken... ;)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

De Perzische Oorlog: aanleiding 
Er breekt een opstand in Ionië: De IONISCHE OPSTAND!
  • Athene en Eretria helpen Ionië te bevrijden. 
  • Koning Darius van Perzië is boos.

Slide 7 - Tekstslide

De Eerste Perzische Oorlog 
  • De Perzen verliezen de slag bij Marathon. 
  • Een Atheense soldaat rende in één ruk van Marathon naar Athene (42km) om de overwinning te melden...

Slide 8 - Tekstslide

Tweede Perzische Oorlog
  • De zoon van Darius, Xerxes valt aan via de Hellespont.
  • Athene werd geplunderd door het Perzische leger -> Atheners vluchtten naar Salamis.
  • 479 v. Chr.: Slag bij Salamis: zeeslag verloren door de Perzen.
  • Hierdoor kregen de Grieken meer zelfvertrouwen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Athene
  • Het volk is de baas (democratie)

  • Oorlog en het leger zijn minder belangrijk

  • Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur.

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerken van de Atheense democratie
  • Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen

  • Directe democratie
  • Volksvergadering (buiten)

  • Ostracisme (schervenrechtbank) voorkomt teveel macht bij één persoon

  • Onbetaalde baan

Slide 15 - Tekstslide


Democratie?!




  • Niet helemaal...
  • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking) 
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

Slide 16 - Tekstslide

Verschillen met de Nederlandse democratie
  • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

  • Indirecte democratie

  • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

  • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

  • Betaalde baan

Slide 17 - Tekstslide

Welke vorm van democratie had Athene
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie

Slide 18 - Quizvraag

In dit politiek systeem had één koning de macht.
In dit systeem was de macht in handen van de adel.
In dit politiek systeem heeft één persoon de macht gegrepen door middel van een staatsgreep.
Politieke beslissingen werden door alle burgers genomen.
Tirrannie
Monarchie
Demoractie
Aristocratie

Slide 19 - Sleepvraag

Welke beroemde veldslag maakte een einde aan de eerste Perzische oorlog?
A
De slag bij Olympia
B
De slag bij Atletiek
C
De slag bij Marathon
D
De slag bij Best

Slide 20 - Quizvraag

Waarom begon Darius I de eerste Perzische oorlog tegen de Griekse stadstaten?
A
Hij wilde Griekenland veroveren vanwege de vruchtbare grond
B
Hij wilde Athene straffen voor het steunen van opstandige Griekse steden
C
Athene had zilver ontdekt in de bergen. Dit was de reden waarom de Perzen Athene wilde veroveren
D
De Perzen hadden andere goden dan de Grieken en wilde iedereen bekeren tot hetzelfde geloof

Slide 21 - Quizvraag

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 23 - Quizvraag

I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Wie mochten meebeslissen in de Atheense democratie?

A
slaven
B
vreemdelingen
C
vrouwen
D
mannen

Slide 25 - Quizvraag

In Athene kreeg je burgerrecht als...
A
Je in Athene geboren was
B
Je vader in Athene geboren was
C
Je beide ouders in Athene geboren waren
D
Je moeder in Athene geboren was

Slide 26 - Quizvraag

De naam van de persoon die het meest genoemd werd tijdens het schervengericht.....
A
Moest voor tien jaar in de gevangenis
B
Werd meteen vermoord
C
Werd voor tien jaar verbannen uit Athene
D
Mocht nooit meer in Athene komen

Slide 27 - Quizvraag

Tijdens welke oorlog vond de slag bij Marathon plaats?
A
Perzische Oorlog
B
Peloponnesische oorlog
C
Punische Oorlog

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
Perzische oorlog-Peloponnesische oorlog-Alexander de Grote
B
Alexander de Grote- Perzische Oorlog- Peloponnesische oorlog
C
Peloponnenische oorlog-Perzisch oorlog- Alexander de Grote

Slide 29 - Quizvraag

Slag bij Salamis (480 v.Chr.)
A
Een minderheid Grieken verslaat een groot Perzisch leger
B
De Perzische vloot werd verslagen
C
Het Perzische landleger werd verslagen
D
De oorlog tussen Athena en Sparta

Slide 30 - Quizvraag

De eerste Perzische oorlog werd gewonnen door:
A
De Spartanen bij Thermopylea
B
De Atheners bij Marathon
C
De Perzen bij Salamis
D
De Spartanen en Atheners bij Marathon

Slide 31 - Quizvraag

Wat is er zo bijzonder aan de Perzische oorlogen?
A
Alle Grieken werken samen tegen Perzië
B
De Grieken hadden na de oorlog één groot rijk.
C
Sparta en Athene gingen tegen elkaar vechten.
D
Athene verloor na de oorlog haar democratie.

Slide 32 - Quizvraag

In Sparta hadden ze een:
A
Democratie
B
Tirannie
C
Aristocratie
D
Monarchie

Slide 33 - Quizvraag

Welke twee Griekse stadstaten hadden vaak oorlog met elkaar?
A
Sparta en Athene
B
Rome en Sparta
C
Athene en Rome

Slide 34 - Quizvraag

Welke stad had het sterkste leger?
A
Athene
B
Sparta

Slide 35 - Quizvraag

Onze democratie is een....
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie

Slide 36 - Quizvraag

Welke soort democratie?
A
directe democratie
B
indirecte democratie

Slide 37 - Quizvraag