Week 4 - Relaties

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
personen en familierechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige week & bespreken huiswerk
  • Handelingsonbekwaam 
  • Opklimmende handelingsbekwaamheid 
  • Handelingsbekwaam vanaf 16 jaar?
  • Handelingsonbekwaam van een meerderjarige

Opdrachten 1,2, 6 en 7. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Eisen aan een huwelijk
  1. Minimumleeftijd: 18 jaar
  2. Monogamie: met 1 persoon getrouwd zijn
  3. Geen te nauwe bloedverwantschap
  4. Je moet wilsbekwaam zijn (niet in de war) + trouwen uit vrije wil

Een huwelijk dient minimaal 14 dagen voor de geplande trouwdag te zijn gemeld bij de ambtenaar van de Burgerlijk Stand (aangifte van huwelijk).

Slide 4 - Tekstslide

Wat is géén eis voor het trouwen?
A
Ouders moeten toestemmen
B
Wilsbekwaamheid echtgenoten
C
Minimaal 18 jaar
D
Geen te nauwe verwantschap

Slide 5 - Quizvraag

De huwelijksvoltrekking
  • Waar: gemeentehuis of een bijzondere locatie (zie filmpje!)
  • Wie: bruidspaar, trouwambtenaar, 2-4 meerderjarige getuigen
  • Wat: getrouw de plichten vervullen die de wet aan de huwelijkse staat verbindt
  • Trouw zijn en hulp bieden (in goede en slechte tijden)
  • Bijdragen aan (de kosten voor) het levensonderhoud
  • (stief)Kinderen samen verzorgen en opvoeden
  • Kosten van huishouding komen ten laste van van gezamenlijk inkomen (kosten voor de huur, hypotheek, boodschappen, krant, telefoon, internet, sport etc. voldoen). Heeft de ene echtgenoot geen inkomen? Betaalt de ander deze kosten alleen. 
  • Aansprakelijk voor huishoudelijke kosten! (maakt niet uit wie de schuld is aangegaan)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

John en Ingrid zijn getrouwd. John koopt een nieuwe vaatwasser. Ingrid is het daar niet mee eens. Als de vaatwasser wordt geleverd weigert ze te betalen en zegt dat John dat van zijn zakgeld moet doen. Is dat juridisch juist?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

John en Ingrid zijn getrouwd. John heeft een nieuwe jas nodig. Ingrid vindt dat onzin. John koopt vervolgens toch een jas. Ingrid weigert de factuur te betalen. Is dat juridisch juist?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

John en Ingrid zijn getrouwd. John wil een weekje weg
met zijn vrienden. Ingrid vindt dit onzinnig.
John boekt toch.
Moet Ingrid toch betalen?

Slide 10 - Woordweb

Echtgenoot moet toestemmen
  • Na het huwelijk kun je niet meer altijd alles zelf bepalen. 
  • Soms heb je de toestemming nodig van je man/vrouw, anders mag je man/ vrouw de handeling VERNIETIGEN:
  • Art. 1:88 BW
  • bij buitensporige giften (€ 1000 aan Kinderpostzegels)
  • bij verkoop of verhuur van de echtelijke woning
  • als je financieel wilt instaan voor een ander (borg staan)
  • als je iets koopt en in termijnen wilt betalen 

Slide 11 - Tekstslide

John en Ingrid zijn getrouwd. John wil extra geld verdienen en verhuurt de zolder van hun huis aan student Jurre. Ingrid is het er niet mee eens en stuurt Jurre de laan uit. Is dit juridisch juist?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

John en Ingrid zijn getrouwd. John geeft € 1500 aan Artsen zonder Grenzen die werk verrichten in het vluchtelingenkamp Moria. Ingrid is het hier niet mee eens. Kan ze het geld terugkrijgen?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

John en Ingrid zijn getrouwd. De zus van Ingrid wil een kapperszaak beginnen en heeft hiervoor € 20.000 nodig. Ze wil het geld van de bank lenen, maar de bank eist dat iemand met behoorlijk wat geld voor haar instaat (dus borg staat). Ingrid is bereid om borg te staan, ook al weet ze dat het waarschijnlijk op een faillissement zal uitlopen (de zus is echt een slechte kapster!). Ze tekent bij de bank dat ze voor de € 20.000 zal borg staan.
John is woedend. Kan hij de borgstelling vernietigen?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

John en Ingrid zijn getrouwd. Ingrid wordt verliefd op een schattige kleine cabrio. Ze koopt de auto, betaalt alvast € 1.500 aan en zal de rest in 24 maanden afbetalen. John is woedend. Kan hij de auto terugbrengen en het geld terugkrijgen?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Vervolg: John koopt uit wraak een goedkope tweedehandse auto voor de net teruggekregen € 1.500. Hij betaalt contant. Ingrid is nog woedender en wil de auto terugbrengen. Kan dat?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Het vermogen van de echtgenoten
1. Tot 1 januari 2018: Gemeenschap van goederen
Alles wordt gemeenschappelijk, geld en schulden! 

2. Sinds 1 januari 2018: Beperkte gemeenschap van goederen
Wat je voor het huwelijk had, blijft van jou
Wat je krijgt vanaf het huwelijk, geld en schulden, zijn gezamenlijk.
Uitzonderingen: erfenissen en schenkingen!
Art. 1:94 BW

Slide 17 - Tekstslide

Huwelijkse voorwaarden
Wil je geen (beperkte) gemeenschap van goederen?
- Notaris kan voor de echtgenoten huwelijkse voorwaarden opstellen. (notariële akte)
- Moeten worden ingeschreven bij de Rechtbank

(overigens: de plichten en beschermingsregels van art. 1:88 BW blijven ook bij huwelijkse voorwaarden van toepassing)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

John en Ingrid zijn in 2017 getrouwd.
John heeft niets, behalve een lening van € 25.000 die hij moet afbetalen. Ingrid heeft een huis t.w.v. € 350.000, een auto van € 45.000 en inboedel t.w.v. € 50.000. Wie is na het huwelijk eigenaar van de auto?
A
John
B
Ingrid
C
beiden

Slide 20 - Quizvraag

Stel: John en Ingrid zijn afgelopen maand getrouwd. John had al een lening, Ingrid had al een  huis, een auto en alle inboedel. Johns vader is deze maand komen te overlijden en laat € 100.000 na. John heeft vorige week in de loterij € 5.000 gewonnen. John heeft gisteren een eigen auto van € 4.500 gekocht. Ze hebben géén huwelijkse voorwaarden opgesteld. Wie is nu eigenaar van wat?
John
samen
Ingrid
erfenis van Johns vader
Johns lening
Johns auto
Johns loterijwinst
Ingrids huis
Ingrids auto
Ingrids inboedel

Slide 21 - Sleepvraag

Geregistreerd partnerschap
  • Zelfde voorwaarden én gevolgen als bij het huwelijk!
  • (18, wilsbekwaam, monogamie, geen te nauwe verwantschap)

  • Maar: scheiding kan soms makkelijker!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Dus: hoe oud moet je zijn om een geregistreerd partnerschap aan te gaan?
A
16
B
18
C
21
D
27

Slide 24 - Quizvraag

Waar moet je naartoe om huwelijkse voorwaarden/partnerschapsvoorwaarden te laten opstellen?
A
advocaat
B
deurwaarder
C
makelaar
D
notaris

Slide 25 - Quizvraag

Samenwonen
  • Niet in het BW geregeld.
  • Je kunt ervoor kiezen om:
  • helemaal niets op papier te zetten
  • zelf afspraken op papier te zetten
  • de notaris afspraken op papier te laten zetten (samenlevingsovereenkomst)

Slide 26 - Tekstslide

Zoek op via internet: hoeveel kost een samenlevingsovereenkomst bij een notaris in Eindhoven? Vermeld de prijs en het kantoor.

Slide 27 - Open vraag

Tenslotte:
Wat wil jij ooit doen?
A
Trouwen
B
Geregistreerd partner worden
C
Samenleven

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk/opdrachten
Maak opdracht 8 en 9 van Hoofdstuk 9 Basisboek Juridisch

Volgende les af

Slide 29 - Tekstslide