Zoek onbekende woorden alleen op als ze nodig zijn om de vraag te beantwoorden.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Stap 3: Kies je antwoord: meerkeuzevragen:
Lees de vraag en zoek de bijbehorende tekst op
Markeer de belangrijke (signaal)woorden
Bepaal je eigen antwoord, welk antwoord op de toets past daar het beste bij?
Streep de foute antwoorden weg.
Let op de details die in de antwoorden staan, waarin verschillen ze?
Slide 11 - Tekstslide
Stap 3: Kies je antwoord: meerkeuzevragen:
6. Kies je antwoord (het moet kloppen met hoe het in de tekst staat!)
Ga één voor één de vragen af.
Probeer de grote lijn van de tekst in de gaten te houden.
Denk na over wat de bedoeling van de schrijver is (overtuigen? informeren? amuseren?)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Signaalwoorden
Deze moet je gewoon kennen!
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Verschillende vragen
In je eindexamen komen verschillende soorten vragen voor.
Verreweg de meeste zijn meerkeuzevragen
Je hebt ook nog citeer vragen
Open vragen
volgorde vragen
wel/ niet vragen - juist/onjuist
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Welke lijken makkelijk maar zijn dit niet altijd?
Slide 18 - Woordweb
Slide 19 - Tekstslide
Citeer vragen
Bij een citeer vraag moet je letterlijk iets overschrijven uit de tekst.
Dit kunnen een aantal woorden zijn, een gedeelte van een zin of een zin.
Je moet altijd precies doet wat er gevraagd wordt dus lees de vraag goed.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Open vragen
Bij een open vraag moet je zelf het antwoord in de tekst zoeken. Meestal wordt duidelijk aangegeven waar je moet zoeken maar dit zal niet altijd zo zijn.
Lees een open vraag goed, kijk welke info je uit de vraag kunt halen, en zoek in de tekst naar het antwoord.
Slide 22 - Tekstslide
juist/ onjuist vragen
De juist/onjuist en waar/niet waar vragen kun je zelf checken in de tekst. Deze vragen moet je daarom heel goed lezen en daarna kijken in de tekst of het echt zo in de tekst staat.
Vaak staat bij deze vragen niet aangegeven in welke alinea / regel je het antwoord kunt vinden dus het kost wat zoekwerk.
Slide 23 - Tekstslide
Volgorde vragen
Er zijn ook vragen waarbij je moet bepalen wat de volgorde is. Dit kan zijn de volgorde van de tekst die je gelezen hebt of de volgorde van de gebeurtenissen in een tekst.
Je moet hiervoor wel de hele tekst lezen. Wanneer je na het lezen bent vergeten wat de volgorde ook alweer was kan je ook nog de 1e en laatste zin van een alinea lezen.
Slide 24 - Tekstslide
Practice:
We oefenen met een aantal teksten de verschillende soorten vragen.