- Ik weet hoe een werkproces eruit ziet en wat erbij hoort
- Ik weet wat beroepseisen zijn
en wat werken met het hoofd, handen en hart inhoudt
Slide 2 - Tekstslide
30 seconds
Begrippen vorige lessen
Slide 3 - Tekstslide
Werk voorbereiden, uitvoeren en afronden = proces
1. Eerst bereid je je werk voor.
2. Dan ga je je werk uitvoeren.
3. En aan het einde rond je je werk goed af.
Een proces bestaat uit een activiteiten (stappen) die in een bepaalde volgorde worden uitgevoerd. Een proces levert een resultaat op.
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 31
Zelfstandig maken
Slide 5 - Tekstslide
Juiste volgorde
Voorbereiden: 13, 8, 11, 9, 3
Uitvoeren: 10, 7, 2
Afronden: 5, 4, 1, 12
Resultaat: 6
Slide 6 - Tekstslide
Samenwerken
- > Groepje waarmee je de lego-opdracht had gemaakt
Kijk samen eens terug:
- wat was belangrijk in het proces om de opdracht te kunnen doen?
- wat ging al goed?
- wat had beter of anders gekund?
Slide 7 - Tekstslide
In een bedrijf vinden ook processen plaats. Die voer je meestal niet alleen uit. Soms wordt ieder stapje in een bedrijfsproces door iemand anders uitgevoerd. Samen zorg je dan voor het resultaat. Een proces wordt uitgevoerd om aan de klant een product of dienst te leveren.
Voorbeelden van de eigen werk- of stageplek?
Slide 8 - Tekstslide
Leskaart B 3.3
Om je werk goed te doen werk je met je hoofd, je handen en je hart.
Om goed te kunnen werken:
-> Moet je dingen weten (hoofd).
-> Je moet dingen kunnen (handen).
-> En je moet weten hoe je je moet gedragen (hart).
Samen noemen we dit de beroepseisen.
Slide 9 - Tekstslide
Opdr. 33 en 34
Het filmpje bekijken we samen.
Ga daarna zelfstandig aan de slag met opdracht 33 en 34.
Lees eerst de opdracht door, zijn er vooraf vragen?
Slide 10 - Tekstslide
bit.ly
Slide 11 - Link
Schema samen vergelijken en compleet maken
Slide 12 - Tekstslide
Leskaart 3.4 Omgangsvormen op het werk
Je houding, je gedrag en hoe je iets zegt, noemen we omgangsvormen. Deze leskaart gaat over hoe je je gedraagt op het werk, hoe je er uit ziet en wat je wel zegt en wat maar beter niet! Dat zijn de omgangsvormen op het werk.