6.2 De Stad in de late Middeleeuwen en Renaissance + Handel in Europa
De Late Middeleeuwen
De stad in de late middeleeuwen en Renaissance
Handel in Europa
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De Late Middeleeuwen
De stad in de late middeleeuwen en Renaissance
Handel in Europa
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe een stad in de late middeleeuwen en Renaissance functioneerde en hoe de handel in Europa georganiseerd werd.
Slide 3 - Tekstslide
Kenmerken van de stad
Slide 4 - Tekstslide
Geldeconomie
Doordat elke stad zijn eigen munten mocht slaan (Stadsrechten, zie vorige thema) kon de waarde flink verschillen.
Hierdoor ontstaan de eerste Geldwisselaars.
Met Wisselbrieven kon je geld op een andere locatie opnemen.
Eerste vorm van het bankensysteem!
Slide 5 - Tekstslide
Werken in een gilde
Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten, mensen gaan zich dus specialiseren (zie vorig thema).
Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde > sociale zekerheid
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker
Slide 6 - Tekstslide
Van leerling
tot meester
Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.
Hiervoor moet je eerst meester worden:
Je begon al erg jong als leerling/knecht.
Daarna werd je gezel;
En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar.
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.
Slide 7 - Tekstslide
De Hanze
De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen.
Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.
Slide 8 - Tekstslide
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.
Slide 9 - Tekstslide
Video
Canonclips: De Hanze
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
00:21-00:26
Slide 12 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
Geldwisselaars
Wisselbrieven
Ambachtslieden
Specialisatie
Gilde
Meesterproef
Hanze
Slide 13 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 14 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 15 - Open vraag
Huiswerk
Maken opdracht 23 (blz 191), 72 (blz 201) tot en met 78, 82 tot en met 84.