jong en oud hoofdstuk 7 en 8

Jong en Oud
Hoofdstuk 7 en 8

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Jong en Oud
Hoofdstuk 7 en 8

Slide 1 - Tekstslide

Vragen??
Hoofdstuk 1 t/m 6

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Weten hoe je na je werkzame leven aan inkomen komt

Weten hoe er tussen generaties wordt geruild

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

AOW
Algemene Ouderdoms Wet

Als je met pensioen gaat dan heb je recht op een AOW.

De AOW wordt betaalt uit de belastingen van de werkenden, 
het omslagstelsel.


Slide 5 - Tekstslide

Vergrijzing
De vergrijzing vormt een gevaar voor de sociale zekerheid

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe houden we de AOW betaalbaar?
de AOW-leeftijd verder te verhogen van 65 naar 67 jaar
- de premies + loonbelasting te verhogen
- de AOW-uitkeringen te verlagen;
- de arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname) te laten toenemen;
- de AOW-ers ook AOW-premie te laten betalen;
- de AOW niet meer aan iedereen te geven, maar alleen aan 
   ouderen met geen of een laag pensioen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

(bedrijfs)Pensioen
Bijna alle werknemers zijn verplicht pensioen op te bouwen bij het pensioenfonds waarbij de werkgever is aangesloten.
Het pensioenfonds werkt als een verzekering: je betaalt premie, het fonds beheert 'de pot' en je ontvangt een uitkering als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt (75% van het gemiddeld verdiende loon).

Je pensioenleeftijd is gelijk aan de AOW-leeftijd, eerder met pensioen kan onder voorwaarden.


Slide 10 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel 
  • bijvoorbeeld een bedrijfsspensioen. Dit is afhankelijk van aantal deelgenomen jaren.

Slide 11 - Tekstslide

Beleggingen
  • aandelen                      mede eigenaar van een bedrijf
                                                 rendement = dividend en koerswinst (of verlies)
  • obligaties                     lening met een vaste rente (coupon) en vaste looptijd
                                                 rendement = couponrente en koerswinst (of verlies)
  • hypotheken                 lening met onderpand
                                                 rendement = rente
  • onroerend goed        eigenaar van het onroerend goed
                                                 rendement = huur en waardestijging (of daling)

Slide 12 - Tekstslide

Waardevast of welvaartsvast
Een pensioen is waardevast of welvaartsvast. 

Waardevast --> Uitkeringen die aangepast worden aan de inflatie

Welvaartsvast --> Uitkeringen die de loonontwikkeling volgen 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Generaties 
Begin 19e eeuw: 
  • Ouderen aangewezen op familie. 
  • Overheid regelde alleen openbaar bestuur en veiligheid. 

Intertemporele ruil = ruilen over tijd.
- Ouders zorgde voor kind en het kind deed dit later voor de ouders zonder dat hier geld aan te pas kwam.

Slide 16 - Tekstslide

Generaties 
Na WOII werd sociale zekerheid uitgebreid
- 1957: AOW
- 1960-1970: wetten voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ziekte

Verzorgingsstaat = samenleving waarin de overheid zorgt voor sociale zekerheid. 

Slide 17 - Tekstslide

Overheid tweede helft 19e eeuw
Solidariteit zit niet langer bij families maar is deels overgenomen en vastgelegd in wetten: 

Solidariteit tussen Gezond en ziek, rijk en arm en jong en oud. 

Slide 18 - Tekstslide

Consumptie jongeren (A) + Consumptie ouderen (C) = Afdrachten werkende (B2)
Besteedbaar inkomen werkende = B1

Slide 19 - Tekstslide

Netto ontvangers: meer ontvangen van de overheid dan betalen van overdrachten aan de overheid.

Netto betalers: meer betalen aan de overheid dan ontvangen van overdachten van de overheid.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Verdere overdrachten
Overdracht van kennis: door kennis uit het verleden waarop verder wordt gebouwd. -> positieve beïnvloeding van de welvaart 

Milieuproblemen, klimaatverandering, erosie en ontbossing -> negatieve beïnvloeding van de welvaart 

Slide 22 - Tekstslide

Stroomgrootheid (periode)
voorraadgrootheid (nu)

Slide 23 - Tekstslide

Gezamenlijk maken
7.12
8.9

Slide 24 - Tekstslide

Maken in de les
7.1, 7.9
8.2, 8.3, 8.8

Slide 25 - Tekstslide