Herhaling

Wat weet je nog?

Herhalen


Zelfstandig werken

Wat heb je geleerd?

Huiswerk

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog?

Herhalen


Zelfstandig werken

Wat heb je geleerd?

Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

1/5 =


1/8 =


3/10 =



Aan het einde van deze les:


-Heb je de stof van hoofdstuk 2 herhaald. 

- Heb je de D-toets klaar & nagekeken

- Heb je alle vragen die je hebt aan de docent gevraagd.  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Ruimtefiguren

Slide 4 - Tekstslide

Uitslag ?
Uitslag?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heet de ruimtefiguur hiernaast?
A
balk
B
prisma
C
kubus
D
piramide

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel hoekpunten heeft de piramide hiernaast?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 7 - Quizvraag

Welke ruimtefiguur heeft een gebogen grensvlak?
A
piramide
B
cilinder
C
kegel
D
prisma

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel ribben kun je niet zien in de kubus hiernaast?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet de ruimtefiguur hiernaast?
A
prisma
B
kegel
C
piramide
D
balk

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel ribben heeft een kegel?
A
2
B
3
C
1
D
0

Slide 11 - Quizvraag

Windrichtingen

Slide 12 - Tekstslide

Welke volgorde van windrichtingen is de juiste?
Ga met de wijzers van de klok mee.
A
west, zuid, noord, oost
B
zuid, west, noord, oost
C
oost, noord, west, zuid
D
noord, oost, west, zuid

Slide 13 - Quizvraag

Er staat een zuidenwind.
In welke richting blaast deze wind?
A
zuiden
B
oosten
C
westen
D
noorden

Slide 14 - Quizvraag

Welke windrichting is tegenovergesteld aan het oosten?
A
zuid
B
noord
C
west
D
geen van deze antwoorden is juist

Slide 15 - Quizvraag

Wat bedoelen we met hemelsbreed?
A
We gaan met het vliegtuig van punt A naar B
B
We nemen de kortste weg via de autosnelweg van A naar B
C
We gaan in een rechte lijn van A naar B
D
Geen van de gegeven antwoorden is juist

Slide 16 - Quizvraag

Een kaart is op een schaal van
1 : 15.000 getekend.
Dit betekent ..................
A
1 cm op de kaart is 15 km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is in werkelijkheid 15.000 keer zo groot.
C
2 = 30.000
D
1 cm op de kaart is 150 meter in het echt

Slide 17 - Quizvraag

Hoogtelijnen

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel meter is het hoogteverschil tussen twee hoogtelijnen?

Slide 19 - Open vraag

Bereken het lichaamsdiagonaal

Slide 20 - Tekstslide

Aanzichten tekenen

Slide 21 - Tekstslide

Ruimtefiguren

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk


Volgende les:

D-toets af en nagekeken






Slide 23 - Tekstslide