Erwin werkt als woonbegeleider beschermd wonen bij een ggz-instelling. Een van de cliënten daar is Yentl. Ze heeft een borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Als Yentl boos of verdrietig is, krast ze met een scherp voorwerp in haar armen, tot bloedens toe. Dan loopt ze weer een tijdje met haar armen in het verband. Het team vindt het tijd om Yentls gedrag te veranderen. Erwin gaat ermee aan de slag. In eerste instantie gaat hij ervan uit dat het krassen in haar armen het probleem is. Maar als hij het probleem met de PES-methode probeert te beschrijven, komt hij erachter dat dit niet werkt. Hij kan de zin ‘Yentl is niet in staat om ...' niet goed afmaken.
Hoe ziet volgens jou de PES eruit?
Maak gebruik van je boek Methodisch begeleiden Thema 4.2