T - EUROPA
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Leg uit wat het verschil is tussen Europa en de Europese Unie.
Slide 4 - Open vraag
In welk deel van de EU is de welvaart laag? Leg uit hoe dat komt.
Slide 5 - Open vraag
Waarom is het voor de EU gunstig om te investeren in de infrastructuur binnen de EU?
Slide 6 - Open vraag
Kies 5 nummers van de kaart, schrijf ze op en noteer het juiste land en hoofdstad er achter.
Slide 7 - Open vraag
Welk begrip hoort er bij de uitleg? Een groep landen in Europa die door samenwerking meer eenheid willen bereiken in Europa
Slide 8 - Open vraag
Welk begrip hoort er bij de uitleg?
Geheel van wegen, havens, leidingen en communicatienetwerken.
Geheel van wegen, havens, leidingen en communicatienetwerken.
Slide 9 - Open vraag
Welk begrip hoort er bij de uitleg? Alle Europese landen waarnaar je zonder paspoortcontrole kunt reizen
Slide 10 - Open vraag
Hoe heette tot 1989 de grens tussen Oost-Europa en West-Europa?
A
de IJzeren muur
B
het IJzeren gordijn
C
Oost-West scheiding
D
grens van 1989
Slide 11 - Quizvraag
Juist of onjuist? Alle landen in de Europa zijn Schengenlanden?
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Juist of onjuist? Alle landen van Europa zijn ook lid van de Europese Unie?
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van regionale cultuur?
A
De Nederlandse vlag
B
Carnaval vieren
C
Sporten bij de voetbalclub
D
Oranje supporters
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor cultuur heeft het Eurovisie songfestival?
A
Lokale cultuur
B
Regionale cultuur
C
Nationale cultuur
D
Europese cultuur
Slide 15 - Quizvraag
Wat vormt de cultuur van een land?
Slide 16 - Open vraag
Wat zijn mensenrechten?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Over welk land gaat het filmpje?
Slide 20 - Open vraag
Wat wil het filmpje duidelijk maken?
