1F chapitre 3 semaine 15 blok H

Préparation
Log in op lessonup.app                                 

Sur la table
-chromebook
-cahier d'activités 
-stylo
-weekplanner
timer
2:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Préparation
Log in op lessonup.app                                 

Sur la table
-chromebook
-cahier d'activités 
-stylo
-weekplanner
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

En silence
  • Blok H afmaken
  • starten met Blok H 


aftekenen = blok H
week 15
SO maken

Klaar?
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

être
Je suis
Tu es
Il est
Elle est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
Elles sont

Slide 4 - Tekstslide

être

C'est

= het is

Slide 5 - Tekstslide

Ik kan vertellen over vakken
  • Tu aimes le français?
  • Oui, j'aime le français   / Non je n'aime pas le français

  • Quelle est ta matière préférée?
  • Le français est ma matière préférée.

Slide 6 - Tekstslide

ZW-uren
ZW-uren overzicht
  • Kleding restylen
  • Boksen met Sabra (meisjes)
  • Bucket drummen met Leo
  • Beatworkshop met Said
  • Pimp your school (prullenbakken versieren)
  • Film en documentaire maken met David
  • Improbattle met Gita
  • Hoodie ontwerpen met Ramses
  • Schilderen met Adjoa
  • Fotografie met Caroline
  • Visagie met Ruby

Schrijf je top 4 op het kaartje

Slide 7 - Tekstslide

Chapitre 3
Boek open p. 124
Uitleg samen

Zelfstandig: 
M: 30 t/m 33
Klaar? leren voor SO
Buts de la semaine 15

Ik kan vertellen welke  schoolvakken ik leuk vind en waarom

Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken


timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Boek open p. 124
Maak opdr. 30a

Slide 9 - Tekstslide

Le pronom possessif

Het bezittelijk voornaamwoord

C'est mon stylo.                            = Het is mijn pen 

Mon prof est sympa                    = Mijn leraar is aardig

Voilà ma copine.                         = Hier is mijn vriendin.

Je suis dans ma classe .           = Ik ben in mijn klas.

Je mange avec mes parents.  = Ik eet met mijn ouders. 

Je finis mes devoirs.                   = Ik maak mijn huiswerk af. 




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord
leer dit schema uit je hoofd

Slide 12 - Tekstslide

De vorm van het bezittelijk naamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Le frère           C'est mon frère.


La soeur         Voilà ma soeur.


Les parents          J'adore mes parents.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden: Traduis
1. Marc est mon frère.
2. Ce sont tes parents.
3. C'est sa maison
4. C'est notre voiture.
5. Ce sont vos livres.
6. Ils font leurs devoirs.
                              c'est = het is ........ ce sont = het zijn

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden: Traduis
1. Marc is mijn broer.
2. Het zijn jouw ouders.
3. Het is zijn/haar huis
4. Het is onze auto.
5. Het zijn uw/jullie boeken
6. Zij maken hun huiswerk

Slide 15 - Tekstslide

Let op!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.


Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel zinnen had je goed vertaald?
06

Slide 17 - Poll

Blok H
M: opdr 30

heel blok H = huiswerk voor maandag 11 april

Slide 18 - Tekstslide

les matières 
  • le français
  • le néerlandais
  • l'anglais
  • la biologie
  • l'histoire
  • les maths
  • la gym
  • le dessin


BLOK G: OPDR 28
p. 123
spreekopdracht in duo's

madame 
monsieur

Slide 19 - Tekstslide

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre. (v)
A
mon
B
ma
C
ta
D
sa

Slide 20 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (onze) parents.
A
ses
B
tes
C
nos
D
vos

Slide 21 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
George est ... (haar) cousin.
A
son
B
sa
C
ta
D
ton

Slide 22 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
7, Rue de Gare est ... (zijn) adresse (v).
A
ta
B
ton
C
sa
D
son

Slide 23 - Quizvraag

ik ken het schema van de bezittelijke voornaamwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden op de goede manier gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll