In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Het bezittelijk voornaamwoord
C'est mon stylo. = Het is mijn pen
Mon prof est sympa = Mijn leraar is aardig
Voilà ma copine. = Hier is mijn vriendin.
Je suis dans ma classe . = Ik ben in mijn klas.
Je mange avec mes parents. = Ik eet met mijn ouders.
Je finis mes devoirs. = Ik maak mijn huiswerk af.
Le frère C'est mon frère.
La soeur Voilà ma soeur.
Les parents J'adore mes parents.