LJ1 6.2 Bestuiving - LJ2 6.2 Voedselrelaties

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
LJ 1: Pak je boek van biologie en open deze op blz  154.

LJ 2: Pak je boek en open deze op blz 189.

Huiswerk controle


Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je beschrijven wat bestuiving is
- kun je de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen

Leergebiedoverstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- je schrijft zelfstandig huiswerk en leerwerk op in jouw agenda
- je plant leermomenten in voor een toets in jouw agenda


Slide 3 - Tekstslide

3. Mini-check + arrangementen
Verdiept arrangement --> 8 of hoger:


De rest doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Tekstslide

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 5 - Quizvraag

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 6 - Quizvraag

De bloem maakt nectar.
Is dit een insectenbloem of een windbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 7 - Quizvraag

Heeft geen kroonbladeren.
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz 156 /157.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

Nectar
- zoet sap wat de bloemen maken
- dit lokt insecten
- bijen maken honing van nectar

Slide 10 - Tekstslide

Wat is bestuiving?
- stuifmeel komt op de stempel van de bloem

Slide 11 - Tekstslide

Bestuiving
- alleen op bloemen van dezelfde soort!

Slide 12 - Tekstslide

Insectenbloem vs windbloem
wat valt je het meest op?

Slide 13 - Tekstslide

Insectenbloem
  • nectar
  • felgekleurde kroonbladeren
  • vaak geurende bloemen

Slide 14 - Tekstslide

windbloem

  • kleine, groene kroonbladeren
  • veel stuifmeel
  • meeldraden en stempels hangen buiten de bloem

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Verschil insectenbloem en windbloem

Slide 17 - Tekstslide

Verschil in bestuiving bij windbloem/insectenbloem

  • een insectenbloem plakt dus stuifmeelkorrels op insecten

  • een windbloem gooit ze in de lucht en hoopt dat de wind het meeneemt.

Slide 18 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had je alle vragen van de mini-check fout, dan maken we samen opdracht 1 en 3. 

Slide 19 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 156 /157.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 158/159.
timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je een voedselketen en een voedselweb maken
- kun je de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden
- kun je biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden


Leergebied overstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- je schrijft zelfstandig huiswerk en leerwerk op in jouw agenda
- je plant leermomenten in voor een toets in jouw agenda

Slide 21 - Tekstslide

3. Mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger): 
Luca en Sven
Opdracht 1 t/m 4 op blz 193/194

De rest doet mee met de mini-check!

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn Producenten?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 23 - Quizvraag

In een voedselketen zijn planten producenten.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Slide 25 - Sleepvraag

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Slide 26 - Sleepvraag

Wie maakt wat
Had je alle vragen van de mini-check goed, dan maak je de opdrachten zelfstandig.
Opdracht 1 t/m 4 op blz 193/194

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Voedselrelaties
In ieder ecosysteem is de voedselrelatie een belangrijke biotische factor. Een voedselrelatie geeft aan welke organismen in een ecosysteem elkaar eten. 

Slide 29 - Tekstslide

Voedselketen

Slide 30 - Tekstslide

Voedselketen
Begint altijd met een producent. Vervolgens komen de consumenten
Je noteert altijd een pijltje tussen de organismen. 

Slide 31 - Tekstslide

Producenten en consumenten
Producenten => produceren iets. Planten maken d.m.v fotosynthese C02 + H20 + zonlicht -> 02 + C6H1206.

Consumenten => consumeren iets. Dieren gebruiken  02 + C6H1206 voor verbranding en hierbij komt vrij C02 + H20 + zonlicht

Slide 32 - Tekstslide

Voedselketen

Slide 33 - Tekstslide

Voedselweb
In een ecosysteem zijn verschillende voedselketens. 

Wanneer deze ketens met elkaar verbonden worden krijg je een voedselweb. 

Slide 34 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Had je alle vragen van de mini-check fout?

Dan maak je samen met de leerkracht opdracht 1

Slide 35 - Tekstslide

6. Instructie
Je maakt zelfstandig Opdracht 1 t/m 4 op blz 193/194



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 194 t/m 197
timer
1:00

Slide 36 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je beschrijven wat bestuiving is?
- kun je de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen?

Slide 37 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je een voedselketen en een voedselweb maken?
- kun je de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden?
- kun je biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden?




Slide 38 - Tekstslide

Huiswerk
LJ1:                                                         LJ2
Dinsdag 15 maart                            Dinsdag 15 maart  
6.2 opdracht 1 t/m 4                       6.2 opdracht 1 t/m 4


Slide 39 - Tekstslide