Les 6 Duurzaam voorraadbeheer

Waarom moeten schoonmaakmiddelen altijd gescheiden worden opgeslagen van voedselproducten?
A
Om ruimte te besparen
B
Om kruisbesmetting te voorkomen
C
Om de voorraad overzichtelijk te houden
D
Omdat ze een langere houdbaarheid hebben
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waarom moeten schoonmaakmiddelen altijd gescheiden worden opgeslagen van voedselproducten?
A
Om ruimte te besparen
B
Om kruisbesmetting te voorkomen
C
Om de voorraad overzichtelijk te houden
D
Omdat ze een langere houdbaarheid hebben

Slide 1 - Quizvraag

Hoe kun je kruisbesmetting voorkomen bij het opslaan van ingrediënten zoals vlees, vis, en groenten?

Slide 2 - Open vraag

Wat houd de term DRIP in omtrent voorraadbeheer?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Duurzaam voorraadbeheer

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het doel van duurzaam voorraadbeheer in de horeca?

Slide 12 - Open vraag

Wat is een belangrijk voordeel van het inkopen van seizoensgebonden producten?
A
Ze zijn vaak duurder dan niet-seizoensgebonden producten.
B
Ze hebben een langere houdbaarheid.
C
Ze zijn vaak van betere kwaliteit en hebben een lagere milieu-impact.
D
Ze vereisen meer opslagruimte.

Slide 13 - Quizvraag

Noem drie manieren waarop een horecazaak voedselverspilling kan verminderen.

Slide 14 - Open vraag

Welke van de volgende maatregelen draagt bij aan energie-efficiëntie in een horecazaak?
A
Koelkasten op de koudste stand zetten, ongeacht het product.
B
Zoveel mogelijk producten op elkaar stapelen in de koelruimte.
C
Koel- en vriesapparatuur regelmatig onderhouden.
D
De koeling vaak openen om producten te controleren.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een circulaire voorraadketen?
A
Een keten waarbij producten worden weggegooid na eenmalig gebruik.
B
Een keten waarbij producten hergebruikt worden en afval wordt geminimaliseerd.
C
Een keten waarbij alleen nieuwe producten worden gebruikt.
D
Een keten waarbij producten niet in aanmerking komen voor recycling.

Slide 16 - Quizvraag