Zenuwcellen en zenuwen

Waarnemen en reageren

Basisstof 4: Zenuwcellen en zenuwen


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waarnemen en reageren

Basisstof 4: Zenuwcellen en zenuwen


Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  1. Je kunt de delen van het zenuwstelsel benoemen en van elk deel de functie beschrijven.
  2. Je kunt de bouw, de ligging en de werking van zenuwcellen uitleggen.
  3. Je kunt uitleggen uit welke delen de hersenen bestaan en wat de functie in van elk deel.

Slide 2 - Tekstslide

(Centrale) zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit alle zenuwen en het centrale zenuwstelsel 
Het centrale zenuwstelsel: 
bestaat uit 
grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam  en ruggenmerg.

Slide 3 - Tekstslide

weg van impulsen
Voordat je kan reageren op prikkels moet er een weg lopen van impulsen.

De impulsen lopen via zenuwcellen. 

Elke zenuwcel bevat een cellichaam en uitlopers.

In het cellichaam zit de celkern. Door de uitlopers worden de impulsen voorgeleid.

Slide 4 - Tekstslide

3 type zenuwcellen
Gevoelszenuwcel: geleiden impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel.

Bewegingszenuwcel: geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren.

Schakelcellen: geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel.

Slide 5 - Tekstslide

Gevoelszenuwcellen
Bij de gevoelszenuw ligt de celkern dicht bij het centrale zenuwstelsel.

Heeft 1 lange uitloper die impulsen naar het cellichaam toe geleidt.

Slide 6 - Tekstslide

Schakelcellen
Verbindt de uitlopers met van de gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen met elkaar.

Ze liggen geheel in het centrale zenuwstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Bewegingszenuwcellen
Het cellichaam (met kern) ligt in het centrale zenuwstelsel. 

Bewegingszenuwcellen hebben 1 lange uitloper naar een spier of klier toe.

Slide 8 - Tekstslide

Met isolerende laagjes

Slide 9 - Tekstslide

Zenuwen
Via duizenden uitlopers worden er heel veel impulsen tegelijk verstuurd.
De uitlopers (samen in een bundel) zijn de zenuw.

Elke uitloper in een zenuw heeft een dun isolerend laagje. Dit zorgt ervoor dat de impulsen binnen de uitloper blijven.

Om de zenuw heen ligt een stevige laag voor bescherming namelijk bindweefsel.

Slide 10 - Tekstslide

3 type zenuwen,
bundels dus!
Gevoelszenuw: bevat alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen

Bewegingszenuw: bevat alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen

Gemengde zenuw: bevat van bewegingen en gevoelszenuwcellen uitlopers

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten
BS 4 (Blz 36): 2,3,4, 6,8,9,10 en 13


Slide 12 - Tekstslide

Lens
Pupil
Iris
Hoornvlies

Harde oogvlies
Vaatvlies
Netvlies
Glasachtig lichaam
Oogzenuw
Oogspier

Slide 13 - Sleepvraag

Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog?
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 14 - Quizvraag

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 15 - Quizvraag

wenkbrauw
traanklier
traanbuis
pupil
wimper
iris
ooglid
harde oogvlies

Slide 16 - Sleepvraag

Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 17 - Sleepvraag

Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel

Slide 18 - Sleepvraag

Van welk type zenuwcel is de uitloper in de afbeelding?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor type zenuwcel zie je bij type 2?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Uitlopers

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste functie van de kleine hersenen?
A
Coördinatie
B
Ruimtelijk inzicht
C
Moeilijke problemen oplossen

Slide 21 - Quizvraag

Evenwichtsorgaan
Centrale kamer
Ovale venster
Trommel
vlies
Trommelholte
Gehoorzenuw
Slakkenhuis
Buis van Eustachius
Gehoorbeentjes

Slide 22 - Sleepvraag

Onderdelen
oor
Trommelvlies
Oorschelp
Oorsmeer
kliertjes
Gehoorgang

Slide 23 - Sleepvraag