Toets Thema 1 Ik Onderweg lj2 Afsluiting onderdeel Engels

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

TOETS

ENGELS

THEMA 1

IK ONDERWEG

LEERJAAR 2

besturen
(een auto besturen)

1. to take
2. to drive
3. to have
4. to dream

altijd

1. never
2. sometimes
3. always
4. perhaps

hebben

1. to go
2. to do
3. to eat
4. to have

The passengers are in the bus

The pickpocket stole my phone!

The lady is smiling

The police stopped the car

I have a dog. 

I like to walk my dog 

Ga rechtdoor

1. Go left
2. Go right
3. Go down this road
4. Turn around

Send me a picture of an aeroplane/airliner

Send me a picture of a bycicle

zeilboot

Go right by the river

Checking out/checking in

age

Smile

I want to go to the police station

wegrennen=
to ... ....

vervoersmiddelen, noem er
minstens drie
In ENGLISH please

Het is naast de brandweerkazerne

Hi, I am ... and I live in .....
Nu jij in het Nederlands

In English:
Welke volgorde is goed?

1. tuesday, wednesday, friday, monday, saturday, sunday, thursday
2. friday, saturday, sunday, monday, tuesday,thusday, wednesday
3. monday, thursday, wednesday, tuesday, friday, sunday, saturday
4. monday, tuesday, wednesday, thursday, friday, saturday, sunday

De maanden van het jaar (the months of the year)
Welke volgorde is goed?

1. July, June, May, February
2. October, November, March, April
3. January, February, March, April
4. May, July, September, December

The flight leaving at 7.45 is going to

1. Tokyo
2. Los Angeles
3. Paris
4. Toronto

Which flight is delayed?
(uitgesteld; vertrekt later

1. JL2006
2. CX7892
3. DL7860
4. CA857

Je krijgt een werkblad om te maken. Dit werkblad hoort ook bij de toets.

Vragen beantwoorden

(Giving answers)

Je krijgt nu een tekst van de docent, beantwoordt de vragen in het Nederlands. Of in het Engels als je dat kunt.

Schrijf je antwoorden op het blaadje.

THE END
wat vond je van de toets?