wg of ng?
Noem ook nw deel.
1. Waarom werden Klein Duimpje en zijn broers in het bos achtergelaten?
2. Klein Duimpje en zijn broers werden beroemd!
3. Doornroosje en de andere kasteelbewoners bleven 100 jaar slapen.
4. Na haar huwelijk met de prins bleven de stiefzusters jaloers.