3.1 intro elektriciteit

vandaag: § 3.1
Nodig:
boek (dicht)
iPad
schrift + pen

lesdoelen:
Ik weet hoe positief en negatief geladen deeltjes op elkaar reageren.
Ik weet dat stroom (elektriciteit) bestaat uit bewegende ladingen.
Ik ken de begrippen spanning en stroomsterkte en ik weet in welke eenheden deze worden gemeten.

 

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

vandaag: § 3.1
Nodig:
boek (dicht)
iPad
schrift + pen

lesdoelen:
Ik weet hoe positief en negatief geladen deeltjes op elkaar reageren.
Ik weet dat stroom (elektriciteit) bestaat uit bewegende ladingen.
Ik ken de begrippen spanning en stroomsterkte en ik weet in welke eenheden deze worden gemeten.

 

Slide 1 - Tekstslide

planning
  • opstarten
  • uitleg 
  • zelf aan het werk
  • afsluiting

(5 min)
(10 min)
(30 min)
(5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De 'vonk die overslaat'

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je een schok krijgt?

Slide 5 - Woordweb

Wat is lading?
Heeft een voorwerp ...
  • meer positieve deeltjes, dan is het positief geladen.
  • evenveel positieve als negatieve deeltje, dan is het neutraal.
  • meer negatieve deeltjes, dan is het negatief geladen.

Slide 6 - Tekstslide

Atoommodel
Kern
  • Protonen ( + )
  • Neutronen ( ... )

Wolk
  • Elektronen ( - )

Slide 7 - Tekstslide

Hoe raakt een voorwerp geladen?
Negatieve deeltjes (elektronen) kunnen zich verplaatsen. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke 2 soorten ladingen trekken elkaar aan?
Kies de juiste combinatie
A
Positief - Positief
B
Negatief - Negatief
C
Positief - Negatief
D
Ladingen trekken elkaar niet aan

Slide 9 - Quizvraag

Nodig voor stroom:
  • Er is een spanningsbron
  • de stroomkring is gesloten


De stroom gaat van plus naar min, de elektronen 
gaan van min naar plus.

Slide 10 - Tekstslide

Geleidingselektronen
In het metaal zit alles op een vaste plek,
op een paar vrije elektronen na.
Deze elektronen kunnen vrij bewegen en zo de stroom geleiden.

Slide 11 - Tekstslide

Stroom
  • Stroom is bewegende lading
  • Stoffen waar stroom door heen kan lopen noem je geleiders
  •  Stroom kan alleen lopen in een gesloten stroomkring. 
  •  Met stroomsterkte I geef je aan hoeveel stroom er per seconde door een punt of draad stroomt. 
  • Stroomsterkte meet je in Ampere (A). 




Slide 12 - Tekstslide

spanning

  • een spanningsbron pompt de lading rondt en geeft energie aan de lading mee. 

  • De spanning (U) geeft aan hoeveel energie de lading meekrijgt. 

  • Spanning meet je in Volt (V) 

Slide 13 - Tekstslide

Vul in plus of min:

In een stroomkring gaat de stroom (buiten de bron om) van de 
pool naar de                     pool, de elektronen gaan juist van de
pool naar de                     pool. 
Sleep deze onderdelen
plus
plus
min
min

Slide 14 - Sleepvraag

Aan de slag
maak de opdrachten van 3.1
Klaar? nakijken!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

lesdoelen
Ik weet hoe positief en negatief geladen deeltjes op elkaar reageren.
Ik weet dat stroom (elektriciteit) bestaat uit ...
Ik ken de begrippen spanning en stroomsterkte en ik weet in welke eenheden deze worden gemeten.

Slide 17 - Tekstslide

in het kort: 
elektronen zijn negatief geladen en kunnen bewegen.
Gelijk geladen deeltjes stoten elkaar af, anders geladen deeltjes trekken elkaar aan.

Slide 18 - Tekstslide

Dat was het
voor vandaag! 

Slide 19 - Tekstslide