1.1 Grafieken aflezen

3bk- Wiskunde
1. Opening
3. LessonUp
4. Uitleg & aan de slag!
5. Afsluiting
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3bk- Wiskunde
1. Opening
3. LessonUp
4. Uitleg & aan de slag!
5. Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

  • Ga naar 
  • Code: 
  • Registreer met je Borgen-emailadres (via Office 365)
  • Even wachten tot iedereen klaar is
B: ligpp
LessonUp
K: zwgby

Slide 2 - Tekstslide

Basis:

Opletten!
Wiskunde
rood =  stil



oranje = fluisteren


groen =  praten


Kader:

opdr. 1 t/m 3 (blz. 10 & 11)

Slide 3 - Tekstslide

Welke 2 verschillende assen heeft een grafiek?

Slide 4 - Woordweb

Leerdoel
* Ik weet wat de getallen langs de assen betekenen

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg

Slide 6 - Tekstslide

De grafiek gaat over het aantal
maaltijdbezorgers in Nederlands.
Hoeveel maaltijdbezorgers waren er in
2019?

Slide 7 - Open vraag

Basis:

opdr. 1 t/m 3 (blz. 10 & 11)
Wiskunde
rood =  stil



oranje = fluisteren


groen =  praten


Kader:

Opletten!

Slide 8 - Tekstslide

Puntengrafiek
Tussenruimte tussen de punten heeft geen betekenis
bijv. het aantal kano's dat je moet huren bij een klassenuitje. 
Dit kunnen alleen maar hele kano's zijn.


Hiernaast: je kunt niet een half glas bestellen.
De getallen 1,2 en 3,7 hebben geen betekenis
als het om glazen gaat.
Een puntengrafiek gebruik je als alleen hele waarden kunnen voorkomen

Slide 9 - Tekstslide

Lijngrafiek
Elk punt op de grafiek heeft een betekenis. 
Met behulp van allerlei formules kun je elke waarde berekenen. In het voorbeeld zie je een grafiek 
lineaire formule (rechte lijn) 
kwadratische formule (parabool).
Een lijngrafiek gebruik je als 
alle waarden kunnen voorkomen

Slide 10 - Tekstslide

H1 Grafieken (en formules)

Maken:
B: opdr. 1 t/m 5 (blz. 10 t/m 12)

K: opdr. 1 t/m 5 (blz. 10 t/m 12)

Wiskunde - Aan de slag!
rood =  stil



oranje = fluisteren


groen =  praten


timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
Basis
Kader:
Opdracht 1 t/m 5 (blz. 10 t/m 12)

Slide 12 - Tekstslide

Bordopdracht 1
  1. Wat is de temperatuur om 12 uur?
  2.  Om welke tijd was de temperatuur 22°C?
  3. Hoeveel graden was het om 4 uur?

Slide 13 - Tekstslide

Bordopdracht 2
  1. Hoe snel reed de auto na 30 minuten?
  2. Na hoeveel minuten bereikte de auto een snelheid van 60 km/uur?
  3. Wat is de snelheid van de auto na 60 minuten?

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen
Kader
Basis:
Opdracht 1 t/m 5 (blz. 10 t/m 12)

Slide 15 - Tekstslide

Bordopdracht 1
Je hebt de temperatuur over de dag gemeten op verschillende momenten. Hieronder zie je de gemeten temperaturen op bepaalde tijdstippen.
  1. Welke grafiek zou je gebruiken om de temperatuur gedurende de dag te tonen: een lijngrafiek of een puntgrafiek? Leg je keuze uit.
  2. Teken een grafiek die deze gegevens weergeeft. Kies of je een lijn- of puntgrafiek maakt, en geef aan waarom je deze grafiek kiest.
Tijd (uur)
8:00
10:00
12:00
14:00
16:00
Temp.
(°C)
12
14
18
22
20

Slide 16 - Tekstslide

Bordopdracht 1
Tijd (uur)
8:00
10:00
12:00
14:00
16:00
Temp.
(°C)
12
14
18
22
20

Slide 17 - Tekstslide