thema 3 bloedsomloop 3.4 uitscheiding

Welkom allemaal!!




zoek een plek op in de klas,
pak je biologie boek voor je.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!!




zoek een plek op in de klas,
pak je biologie boek voor je.

Slide 1 - Tekstslide

Thema 3 De bloedsomloop
 Uitscheiding

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
1) herhalen hart
2) vragen nakijken hart
3) Leerdoelen vandaag
4) Nieuwe theorie: 3.4 uitscheiding
4) Zelf aan de slag
5) Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

herhaling: In het hart zitten de kamers onder de boezems
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 5 - Sleepvraag

herhaling: De kamers van het hart pompen het bloed in de:
A
longader en holle ader
B
longslagader en aorta
C
longslagader en holle ader
D
aorta en longader

Slide 6 - Quizvraag

herhaling: De aorta komt van ....
A
de linkerkamer
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
rechterboezem

Slide 7 - Quizvraag

Herhaling: Hoe heet het bloedvat dat bloed brengt naar de rechterboezem?
A
holle slagader
B
holle ader
C
aorta
D
longader

Slide 8 - Quizvraag

herhaling: Wat doen je hartkleppen?
A
Zorgen dat bloed niet van boezems naar kamers kan stromen
B
Zorgen dat bloed niet van kamers naar boezems kan stromen
C
Zorgen dat bloed niet van kamers naar bloedvaten kan stromen
D
Zorgen dat bloed niet van bloedvaten naar kamers kan stromen

Slide 9 - Quizvraag

Vragen nakijken

Slide 10 - Tekstslide

leerdoelen:
- Je kunt de delen van de urinewegen en de nieren benoemen.
-  kunt de functies en de kenmerken van de nieren beschrijven. 

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding
Bloed dat van de organen wegstroomt bevat veel koolstofdioxide en andere afvalstoffen.

Die stoffen worden uit het lichaam verwijdert.
Dat proces noemen biologen uitscheiding.


Slide 12 - Tekstslide

 Uitscheiding
Uitscheiding vindt plaats in verschillende organen.
Koolstofdioxide wordt bijvoorbeeld uitgescheiden door de longen.

De meeste andere afvalstoffen worden uitgescheiden door de nieren.
Die halen de afvalstoffen uit het bloed en maken er urine van.
De urine plas je uit, waarmee de afvalstoffen uit je lichaam verdwijnen.

Slide 13 - Tekstslide

De nieren liggen links en rechts in de buikholte, vlak onder het middenrif.

Door de nierslagaders stroomt zuurstofrijk bloed naar de nieren.

Slide 14 - Tekstslide

Het bloed in de nierslagader bevat afvalstoffen van veel organen.

De nieren halen deze afvalstoffen uit het bloed.

Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren.

Slide 15 - Tekstslide

Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken.

Nierschors en niermerg verwijderen afvalstoffen uit het bloed. Ze verwijderen ook overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen.


Al deze stoffen samen heten urine.

Slide 16 - Tekstslide

In de nierbekkens wordt de urine verzameld.

Via de urineleiders gaat de urine naar de blaas.

Slide 17 - Tekstslide

In de urineblaas wordt de urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen.

Van tijd tot tijd wordt de urine uit de urineblaas afgevoerd via de urinebuis.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

3) Zelf aan de slag
Wat moet je doen?
Lezen (vanaf blz.183 )
Maken opdracht 1 t/m 9 (5 hoeft nog niet)
Hoe moet je dat doen?
BBB-methode op fluisterniveau
Wanneer moet het af zijn?
De volgende les. 

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?

Kan je een deel van de nier benoemen en de functie daarvan

Slide 23 - Tekstslide

Wat gaan we de volgende les doen

De volgende les gaan we het hebben over afweer

Slide 24 - Tekstslide