24 okt A1C - present simple

WELCOME
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson
  • Welcome
  • Silent reading 
  • Planning
  • Grammar: present simple
  • Worksheet + discuss answers
  • The end

Slide 2 - Tekstslide

Silent reading
10 min

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Monday nov 7:
Oefentoets (telt niet mee) + bring reading book

Thursday nov 10:
Proefwerk unit 1 (telt 2x) + bring reading book

Slide 4 - Tekstslide

Proefwerk vrijdag 11 nov
Leren: 
  • personal pronouns 
  • to be 
  • to have got 
  • a/an 
  • all vocabulary unit 1  (lesson 2-5)
  • present simple (unit 2)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Scotland

Slide 7 - Woordweb

Scotland

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is in deze zin het werkwoord?

Jane walks to school.
A
Jane
B
walks
C
to
D
school

Slide 10 - Quizvraag

En in deze zin?

My friends and I walk to school.
A
My friends and I
B
walk
C
to
D
school

Slide 11 - Quizvraag

Wat was het verschil tussen het werkwoord in zin 1 en zin 2?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

When to use?
  • feiten/blijvende situatie
I live in a village

  • gewoontes/iets gebeurt soms/vaak/altijd/nooit
I always do my homework

Slide 15 - Tekstslide

Signaalwoorden
Bijv.: always, never, sometimes, often (=vaak), usually (=normaal gesproken) 

maar ook: every day, every Friday, on Mondays

Slide 16 - Tekstslide

Let op: spelling
eindigt het werkwoord op een 'sis'-klank                  + es

Bijv:
I guess      He guesses
I watch      She watches
I catch       Ella catches

Slide 17 - Tekstslide

Let ook op deze spelling:
eindigt het werkwoord op een medeklinker + y                    + ies

Bijv:
I study     He studies
I try          She tries

Medeklinker = b,k,m,d,p etc

Slide 18 - Tekstslide

En ook nog deze spelling:
eindigt het werkwoord op een medeklinker + o                    + es

Bijv:
I do          He does
I go          Jayden goes

Medeklinker = b,k,m,d,p etc

Slide 19 - Tekstslide

Look at the words below. Which ones are signal words for the Present Simple and which ones are not?
Signal word
Not a signal word
Next Friday
Yesterday
Never
Last year
Often
Every week

Slide 20 - Sleepvraag

Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
talk
choose
chooses
shouts
grow

Slide 21 - Sleepvraag

PRRRRRACTICE!!

Slide 22 - Tekstslide

Wat geef je aan met de
Present Simple?
A
Gewoonten
B
Feiten
C
Dingen die regelmatig gebeuren
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 23 - Quizvraag

We often ............... (talk) about our holiday.

Slide 24 - Open vraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?

Mike ___ football every Saturday.
A
play
B
plays
C
playing

Slide 25 - Quizvraag

Lily ................ (read) her book every evening.

Slide 26 - Open vraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?

They ___ us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 27 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?
Every year my dad ___ the
Christmas lights.
A
fix
B
fixes
C
fixs
D
fixing

Slide 28 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?

The baby ___ all day long.
A
crys
B
cries
C
cry

Slide 29 - Quizvraag

True or false: 'never' is een signaalwoord voor de present simple
A
true
B
false

Slide 30 - Quizvraag

WELK ANTWOORD IS JUIST?

Jessa always ___ her homework.
A
do
B
does
C
dos
D
is doing

Slide 31 - Quizvraag

We .................. (be) taller than you.
A
have to be
B
be
C
are
D
is

Slide 32 - Quizvraag

Online: quizlet
  • Open je schoolmail
  • Ik heb een mail gestuurd over quizlet, klik op de link

  • Oefen met de set! Probeer de verschillende manieren

Slide 33 - Tekstslide

U1L2
  • Do listening ex 8+9 on p. 15

Slide 34 - Tekstslide

U1L4
Read ex 1a together on p. 23

Slide 35 - Tekstslide

U1L5
  • Do ex. 3+4 on p. 34
  • Done? Do ex. 1B + 2 as well

Done? You can study vocabulary U1L5 (= homework for Monday)

about
10 min

Slide 36 - Tekstslide

Worksheet grammar
Do the worksheet, you may work in pairs

Done? Do the puzzle

Next lesson: bring worksheet (tomorrow)

Slide 37 - Tekstslide

End of the lesson

Slide 38 - Tekstslide