Gustar 2

El verbo gustar
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

El verbo gustar

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het
werkwoord gustar?
A
leuk vinden
B
zin hebben in
C
mooi vinden
D
pijn hebben aan

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van GUSTAR in:
¿Te ____________ comer?


A
gusta
B
gustan

Slide 4 - Quizvraag

A vosotros __________________ (gustar) los viajes.
A
gustan
B
gusta
C
os gustan
D
vostros gustan

Slide 5 - Quizvraag


A mí ____________(gustar) la fruta.
A
me gusto
B
me gusta
C
me gustan
D
me gustas

Slide 6 - Quizvraag

A María __________________ (gustar) las tapas.
A
gustan
B
gusta
C
le gustan
D
la gustan

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

A mí me gusta la playa

Slide 9 - Tekstslide

A mí me gustan los perros

Slide 10 - Tekstslide

A mí no me gusta arroz

Slide 11 - Tekstslide

Mix and Match

Slide 12 - Tekstslide

¿Cuáles son tus aficiones?

Slide 13 - Open vraag

¿Qué te gusta hacer en tu tiempo libre?

Slide 14 - Open vraag

Luisteropdracht
Ze geven antwoord op de vraag wat hun hobby is. 
Wat zijn hun hobby's? 

Slide 15 - Tekstslide

Memory

Slide 16 - Tekstslide