Belgische staatsstructuur
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
0
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Hoeveel evenwaardige regeringen telt ons land?
A
1
B
4
C
6
D
7
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel evenwaardige parlementen telt ons land?
A
1
B
4
C
6
D
7
Slide 5 - Quizvraag
Ik woon in Brussel en spreek Nederlands. Wie is bevoegd voor mijn onderwijs?
A
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
B
Vlaamse niveau
C
Federale niveau
D
Franse Gemeenschap
Slide 6 - Quizvraag
Ik woon in het Duitstalige Eupen en heb en klacht over de aanleg van mijn straat. Wie is bevoegd?
A
Duitstalige gemeenschap
B
Waals Gewest
C
Federale niveau
D
Franse Gemeenschap
Slide 7 - Quizvraag
Het leger moet ingezet worden voor een overstroming in Vlaanderen. Welk niveau is bevoegd
A
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
B
Waals Gewest
C
Federale niveau
D
Vlaams niveau
Slide 8 - Quizvraag
Ik woon in Luik en ga naar een museum. Van welk niveau krijgt dit museum subsidies?
A
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
B
Waals Gewest
C
Federale niveau
D
Franstalige Gemeenschap
Slide 9 - Quizvraag
Ik woon als Vlaming in Brussel. Voor welk parlement mag ik NIET stemmen?
A
parlement Franse Gemeenschap
B
Vlaams parlement
C
Federaal parlement
D
parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Link
Mijn inzet tijdens deze online lessen was
😒🙁😐🙂😃
Slide 13 - Poll
Wie ging tijdens de Franse revolutie RECHTS van de koning staan?
A
Degenen die de macht van de koning wilden verminderen.
B
Degenen die de macht van de koning wilden bewaren.
Slide 14 - Quizvraag
Sleep de partijen van radicaal links naar radicaal rechts. Pas op! SP.A heet nu VOORUIT
Slide 15 - Sleepvraag
Sleep de onderwerpen waar ze het meest bij horen.
Zelf zorgen dat je genoeg hebt.
Iedereen moet gelijk zijn. In alles hetzelfde.
Solidariteit: we zorgen voor elkaar.
Diversiteit: laat iedereen zichzelf zijn
Slide 16 - Sleepvraag
Stel dat je nu al zou mogen stemmen: zou je eerder links,eerder rechts of eerder in het midden stemmen? Of heb je nog geen flauw idee? Schrijf bij je antwoord ook waarom en toon in die uitleg dat je het verschil begrijpt.
Slide 17 - Open vraag
En nu jij...wat vind je van deze les?
'Ik vind ze ...
'Ik vind ze ...
makkelijk want ik leerde dit al op de lagere school.
boeiend want we praten hier thuis ook regelmatig over.
moeilijk want er is nog teveel wat ik niet begrijp.
niet interessant want mijn toekomst kan me weinig schelen.
helder en duidelijk en ik heb veel bijgeleerd.
