Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefenstof PW 3 A Plus 3
Onderwerp 1
Verleden tijd:
1. imparfait (toestand, beschrijving)
Il
jouait
au foot quand il
était
jeune.
2. Passé composé (actie die afgelopen is)
De 2010 à 2011 il
a joué
au foot.
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Onderwerp 1
Verleden tijd:
1. imparfait (toestand, beschrijving)
Il
jouait
au foot quand il
était
jeune.
2. Passé composé (actie die afgelopen is)
De 2010 à 2011 il
a joué
au foot.
Slide 1 - Tekstslide
Werkwoord op -er
Imparfait Passé composé
Je parlais
Tu parlais
Il/elle parlait
Nous parlions
Vous parliez
ils/elles parlaient.
J'ai parlé
tu as parlé
il/elle a parlé
nous avons parlé
vous avez parlé
ils/elles ont parlé
Slide 2 - Tekstslide
Onregelmatige werkwoorden être en avoir - imparfait
Etre = zijn
j'étais (ik was)
tu étais
il/elle était
nous étions
vous étiez
ils/elles étaient
avoir = hebben
j'avais (ik had)
tu avais
il/elle avait
nous avions
vous aviez
ils/elles avaient.
Slide 3 - Tekstslide
Il avait
A
Hij had
B
Hij was
Slide 4 - Quizvraag
nous étions
A
wij waren
B
zij waren
C
wij hadden
D
zij hadden
Slide 5 - Quizvraag
il était une fois
A
Hij was eens
B
Er was eens
C
Hij had eens
D
Het was beter
Slide 6 - Quizvraag
Le vampire était - en réalité - un être humain.
Etait =
A
had
B
was
C
hadden
D
waren
Slide 7 - Quizvraag
Les élèves ont rencontré un vampire hier.
Ont rencontré =
A
passé composé
B
imparfait
Slide 8 - Quizvraag
Les élèves racontaient des histoires quand un vampire est entré.
racontaient =
A
vertellen
B
vertelden
C
hebben verteld
D
gingen vertellen
Slide 9 - Quizvraag
Les élèves racontaient des histoires quand un vampire est entré.
Est entré is
A
kwam binnen passé composé
B
kwam binnen imparfait
C
kwamen binnen passé composé
D
kwamen binnen imparfait
Slide 10 - Quizvraag
Een derde verleden tijd
:
zojuist
Ik heb zojuist gegeten.
Je viens de mangé (ik kom van te eten).
Slide 11 - Tekstslide
En nog een verleden tijd
'hij was aan het ''
Il était en train de
Il é
tait en train de manger
quand le vampire est entré.
Slide 12 - Tekstslide
Emie était en train de faire un vidéo avec Maya.
En train de faire un vidéo
A
had een video gemaakt
B
was een video aan het maken
Slide 13 - Quizvraag
Otis venait de manger un hamburger quand le vampire l'a mangé.
venait de manger
A
had zojuist gegeten
B
ging net eten
C
was bezig te eten
Slide 14 - Quizvraag
Se passer = gebeuren
arriver = in bep. gevallen ook gebeuren
Qu'est ce qui se passe?
Wat gebeurt er?
Qu'est ce qui s'est passé?
Wat is er gebeurt?
Slide 15 - Tekstslide
Il s'est passé une chose bizarre.
A
Er is iets geks gebeurt
B
Ze hebben iets geks gekozen
Slide 16 - Quizvraag
Il m'est arrivé un truc cool!
A
Hij is op een coole plek gekomen.
B
Hem is iets cools overkomen.
Slide 17 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Révision des verbes
Oktober 2023
- Les met
43 slides
Frans
Secundair onderwijs
A1 Taaltraining Frans 6, pouvoir, manger, mots fréquence, 'on', devoir, manger, vraagzin, tout
Februari 2023
- Les met
39 slides
Frans
Enseignement Professionnel
Révision des verbes
Oktober 2023
- Les met
49 slides
Frans
Secundair onderwijs
V3 A plus U1 L1 imparfait
September 2021
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Aplus 3 unité 3 leçon 1 Suspense
Maart 2022
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
L'Imparfait en français
Oktober 2023
- Les met
16 slides
Révision des verbes
September 2024
- Les met
35 slides
Frans
Secundair onderwijs
Révision imparfait/passé composé
Januari 2021
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4