Meervoud
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het meervoud van:
'de oorbel'?
'de oorbel'?
Slide 2 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'de boer'?
'de boer'?
Slide 3 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'de koe'?
'de koe'?
Slide 4 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'het schaap'?
'het schaap'?
Slide 5 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'de druif'?
'de druif'?
Slide 6 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'de appel'?
'de appel'?
Slide 7 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'het glas'?
'het glas'?
Slide 8 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'de neus'?
'de neus'?
Slide 9 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'het horloge'?
'het horloge'?
Slide 10 - Open vraag
Wat is het meervoud van:
'het gesprek'?
'het gesprek'?
