Tekstbegrip: Gelijkheidsideaal

Welkom

Ga zitten, pak alvast je boekjes erbij.  
                                                  Nederlands havo 4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga zitten, pak alvast je boekjes erbij.  
                                                  Nederlands havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Tekstbegrip
Ik ken de begrippen van Tekstbegrip uit H1 en H2  en kan deze toepassen. 

Ik kan een  zorgvuldig antwoord formuleren. 

Ik kan een geleide samenvatting schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
  • Lees de tekst 'Een nieuw gelijkheidsideaal' volgens het stappenplan:
  1. bekijk inleiding/slot, bron, globaal de hele tekst: onderwerp?
  2. lees van a-z, kernzinnen, signaalwoorden, vat samen in de kantlijn

timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

lastige woorden/uitdrukkingen
de gelijkheidsdeken opschudden, als huisvrouwen bevangen door de voorjaarsschoonmaak, politieke spectrum, de ‘gelijkheidsdeken’ heeft persoonlijke initiatieven gesmoord, als je je kop boven het maaiveld uitsteekt wordt die afgehakt, consensus, louter, het kind met het badwater weg te gooien, exorbitant
 
 

Slide 8 - Tekstslide

1. Welke kritische opmerking staat er in alinea 10?

Slide 9 - Open vraag

want...
Er staat: 'Wie even nadenkt, realiseert zich hoe absurd dit is.'
Als je iets absurd vindt, dan heb je daar kritiek op.
Kijk terug wat er met dit bedoeld wordt en dat is zin 1. Zin 2 is een uitleg bij zin 1 (de kernzin, het kritiekpunt!).

Slide 10 - Tekstslide

2. Citeer de zin waarin een kritische opmerking staat uit alinea 11. (eerste twee...laatste twee)

Slide 11 - Open vraag

want...
Er staat: Een ander bezwaar.
Bezwaar is een ander woord voor kritiekpunt dus dit staat ook meteen aan het begin genoemd (kernzin!).

Slide 12 - Tekstslide

3. Citeer de zin waarin een kritische opmerking staat uit alinea 12. (eerste twee...laatste twee)

Slide 13 - Open vraag

want...
Er staat: 'Een derde punt van kritiek is.' 
Ook hier staat de kernzin aan het begin genoemd.

Slide 14 - Tekstslide

meerkeuzevragen
Bedenk altijd eerst je eigen antwoord, vergelijk dan pas met de antwoordmogelijkheden.

Meestal is er 1 het best, het meest volledig, de andere mogelijkheden zijn niet ronduit fout, maar verwijzen bijvoorbeeld maar naar een deel van de tekst, of een ander deel dan er genoemd wordt etc. 

Slide 15 - Tekstslide

4. Waarom wordt het nieuwe gelijkheidsstreven als ‘rechtvaardig’ beschouwd? Het nieuwe gelijkheidsstreven wordt als rechtvaardig beschouwd, omdat volgens dit ideaal de overheid

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quizvraag

want...
In alinea 13/14/15 wordt beschreven dat mensen dezelfde kansen zouden moeten krijgen en wat ze daarna doen is hun eigen keuze. De achtergrond, op welk vlak dan ook, zou niet moeten meespelen in de uitkomsten en dat dit betekent dat er o.a. beurzen moeten zijn voor kansarme kinderen. Alleen C is hierin volledig, A,B en D beschrijven maar een deel hiervan.

En er staat 'een dergelijk'. Zoek uit waar dit naar verwijst: naar de zin ervoor, die een samenvatting is van wat er in alinea 13/14/15 wordt bepleit.

Slide 17 - Tekstslide


5. Wat is de kern van de kritiek op de aanhangers van de “nieuwe politieke consensus” (regels 128-129)? De kern van de kritiek op de aanhangers van de “nieuwe politieke consensus” is

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 18 - Quizvraag

want...
De kritiekpunten heb je al benoemd: alinea 10/11/12 zijn drie daarvan. Samen vormen ze het idee dat er niet gezorgd wordt voor  gelijke mogelijkheden, wat volgens alinea 13/14/15 juist hetgeen is wat nodig is. 

Alleen C is hierin volledig, A,B en D beschrijven maar een deel hiervan en kunnen dus niet de kern zijn.

Slide 19 - Tekstslide

6. Welke van onderstaande beweringen geeft de hoofdgedachte van de tekst het beste weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 20 - Quizvraag

want...
A niet, want oude had geen gelijke formele kansen
B niet, want dat is wel wat de nieuwe politieke consensus is maar de auteur is het daarmee juist niet eens; geeft daar kritiek op
C niet , want het gaat niet alleen om gelijke materiële kansen, maar op meerdere vlakken (zorg etc.)

Alleen D is hierin volledig, het is wat er beoogd wordt met het nieuwe gelijkheidsideaal en wat er mis was met het oude. 

Slide 21 - Tekstslide

7. Hoe kan het schrijfdoel van de tekst ‘Een nieuw gelijkheidsideaal’ het beste worden getypeerd?
De tekst is vooral

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quizvraag

want...
A niet, want geen specifieke oproep aan politici
B niet, want er wordt niet echt een vraag gesteld, er wordt kritiek geleverd en vervolgens benoemd hoe die aan te pakken
C , want we worden overtuigd dat iedereen gelijke ontplooiingsmogelijkheden zou moeten hebben
D niet , want de veranderingen zijn maar een heel klein deel; de kritiek + oplossing is veel groter + in de hoofdgedachte terug te vinden


Slide 23 - Tekstslide

8. Waarin verschilt de visie op de eigen verantwoordelijkheid in de tekst van die in het tekstfragment?

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 24 - Quizvraag

want...
A niet, want in tekstfragment wel eigen keuzevrijheid (en de tekst ook juist niet echt)
B niet, want in de tekst heeft wordt inkomen (minder expliciet) ook wel genoemd
C , want er wordt gesproken over beurzen etc. en dat moet vanuit de overheid komen
D niet , want in de tekst wordt er juist wel gesproken over sociale verschillen


Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
 Bereid je verder voor op de toetsweektoets:
  1. Oefen met de overgebleven teksten uit het formuleerboekje
  2. Maak een samenvatting of flitskaartjes
  3. Noteer moeilijke woorden
  4. ... overleg
Of maak je literatuurdossier compleet! 

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk

  • Neem de boekjes mee
  • Neem de leerstof door
  • Maak je literatuurdossier voor elkaar

Slide 27 - Tekstslide