3.4 Planten

Nieuwe plattegrond !!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nieuwe plattegrond !!

Slide 1 - Tekstslide

Thema 3 Ordening
3.4  Planten

  • Spullen op tafel
  • Telefoon weg 
  • Jas uit en over je stoel
  • Tas op de grond

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Evolutie
Soorten ontstaan door evolutie
Door variatie en selectie kunnen soorten langzaam veranderen. Evolutie: soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen.

Slide 4 - Tekstslide


Bekijk de afbeelding.
Dit is een voorbeeld van:
A
Variatie
B
Selectie

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord zoek ik? "Kleine verschillen binnen één soort."
A
Selectie
B
Variatie
C
Evolutie
D
Overeenkomst

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste definitie van evolutie?
A
De ontwikkeling van dieren op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
B
De ontwikkeling van soorten op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
C
De ontwikkeling van leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
D
De ontwikkeling van planten op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Je kunt planten indelen in acht stammen.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 8 - Tekstslide

Indeling plantenrijk

Slide 9 - Tekstslide

Indeling plantenrijk
wieren
mossen
vaat-
planten

Slide 10 - Tekstslide

Vaatplanten

Slide 11 - Tekstslide

3

Slide 12 - Video

01:09
SPORENPLANTEN

Slide 13 - Tekstslide

01:25
WIEREN

Slide 14 - Tekstslide

01:52
ZAADPLANTEN

Slide 15 - Tekstslide

Welke 3 woorden zag je in het filmpje langskomen?

Slide 16 - Open vraag

Ordening Plantenrijk
We verdelen het rijk der planten in 3 afdelingen:

  • Wieren
  • Sporenplanten
  • Zaadplanten

Slide 17 - Tekstslide

wieren
leven vooral in water 
algen
stam:groenwieren
hebben bladgroenkorrels
geen wortel, geen stengel

Slide 18 - Tekstslide

Stam: Sporenplanten
Mossen: mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.
Geen echte wortels geen vaatbundels. 
Varens: varens herken je aan hun grote bladeren. De bladrand is vaak ingesneden. 
Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan. Ze hebben wortels en vaatbundels
Paardenstaarten: holle stengels, kleine blaadjes

Slide 19 - Tekstslide

Mossen

Voortplanting:

Mosplantjes vormen sporendoosjes die 
(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 
dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 20 - Tekstslide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporendoosjes aan de onderzijde van de bladeren.

De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
Mannetjesvaren

Slide 21 - Tekstslide

Paardenstaarten
 Ze hebben holle stengels en kleine bladeren
 Sporen groeien in sporenvormende organen aan het uiteinde van de stengel.

Slide 22 - Tekstslide

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk: maak thema 3.4

Eerste  werk je alleen 
Daarna met je buurman/vrouw overleggen

Leren en maken vraag 1 t/m 9

Slide 25 - Tekstslide