Mens & MaatschappijVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1
In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
8.2 Ondertussen in Nederland
8.2 Ondertussen in Nederland
deel 1
Slide 1 - Tekstslide
1. Herhaling
2. Leervragen 8.2 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer was de tijd van tijd van pruiken revoluties?
A
1600-1700
B
1650-1750
C
1700-1800
D
1900-2000
Slide 3 - Quizvraag
Welke drie standen waren er?
Slide 4 - Open vraag
Maak de juiste combinaties
Bevolkingsgroep met eigen rechten en plichten
Iets wat je moet
Land waarin iedereen zich aan de wet moet houden
Regeringsvorm waarbij de koning de macht heeft
Monarchie
Plicht
Rechtstaat
Stand
Slide 5 - Sleepvraag
Waarmee startte de Franse revolutie?
A
Burgeroorlog
B
de bestorming van de Bastille
C
Ontevredenheid van de adel
D
Ontevredenheid van de geestelijken
Slide 6 - Quizvraag
Waarmee eindigde de Franse Revolutie?
A
Napoleon greep de macht
B
Napoleon won een oorlog voor Frankrijk
C
De koning kwam weer aan de macht
D
.
Slide 7 - Quizvraag
Wat was het nieuwe bestuur na de Franse Revolutie?
A
De democratie
B
De Nationale Vergadering
C
De rechtsstaat
D
Lodewijk XVI had nog steeds alle macht
Slide 8 - Quizvraag
Leervragen
hoe het eraan toe ging in Nederland met de economie.
Aan het eind van de les kan je...
vertellen van wie Willem V hulp kreeg.
vertellen wat het doel was van de patriotten.
uitleggen hoe de Bataafse revolutie is verlopen.
Slide 9 - Tekstslide
Nederland
De republiek werd bestuurd door stadhouder Willem V. Hij had net zoals Lodewijk XVI absolute macht.
Slide 10 - Tekstslide
Economie
In de 18e eeuw ging het steeds slechter met de Nederlandse economie. Er kwam meer werkloosheid en armoede. Mensen gaven hiervan de schuld aan de regenten en stadhouder.
Slide 11 - Tekstslide
Patriotten
Mensen kregen ideeën van de Franse revoluties. Mensen met democratische ideeën noemden zichzelf patriotten. Zij vochten tegen burgers die achter Willem V stonden.
Slide 12 - Tekstslide
Willem V
De stadhouder kreeg hulp van zijn schoonvader, de koning van Pruisen. Veel patriotten vluchtten daarom naar Frankrijk. Daar zochten ze steun bij de Franse revolutionairen.
Slide 13 - Tekstslide
Bataafse republiek
Met hulp van het Franse leger versloegen de patriotten de orangisten. In 1795 namen ze het bestuur over en noemden ze de republiek de Bataafse republiek. Dit noemen we de Bataafse revolutie.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Afsluiting
Slide 16 - Tekstslide
Wie was de stadhouder van Nederland destijds?
A
Lodewijk XVI
B
Willem V
C
de regenten
D
de patriotten
Slide 17 - Quizvraag
Waarom keken mensen naar de Franse revolutie en wilden ze hetzelfde doen?
A
ze hadden zin in oorlog
B
het ging goed met de economie
C
ze wilden ook Willem V onthoofden
D
Het ging niet goed met de economie
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noemden de revolutionairen zich in de republiek?
A
opstandelingen
B
patriotten
C
republikeinen
D
superhelden
Slide 19 - Quizvraag
Van wie kregen de patriotten hulp toen ze de republiek ontvluchtten?
A
de Franse revolutionairen
B
Lodewijk XVI
C
Willen V
D
Pruisen
Slide 20 - Quizvraag
In welk jaar werd de Bataafse republiek gesticht?
A
1975
B
1795
C
1815
D
1805
Slide 21 - Quizvraag
8.2 Ondertussen in Nederland
Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Huiswerk!
Maken:
BK: -bladzijde 123-124-125
KGT: bladzijde 136-137-138
Hoe?
Alleen
Vraag? Steek je vinger op
Extra oefenen!
BK: bladzijde 129
KGT: bladzijde 142-143
Hoe?
Alleen
Vraag? Steek je vinger op
Goed zo!
Laat het zien aan de docent.
Slide 22 - Tekstslide
8.2 Ondertussen in Nederland
8.2 Ondertussen in Nederland
deel 2
Slide 23 - Tekstslide
1. Herhaling
2. Leervragen 8.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning
Slide 24 - Tekstslide
Wanneer was de tijd van tijd van pruiken revoluties?
A
1600-1700
B
1650-1750
C
1700-1800
D
1900-2000
Slide 25 - Quizvraag
Welke drie standen waren er?
Slide 26 - Open vraag
Wie was de stadhouder van Nederland destijds?
A
Lodewijk XVI
B
Willem V
C
de regenten
D
de patriotten
Slide 27 - Quizvraag
Waarom keken mensen naar de Franse revolutie en wilden ze hetzelfde doen?
A
ze hadden zin in oorlog
B
het ging goed met de economie
C
ze wilden ook Willem V onthoofden
D
Het ging niet goed met de economie
Slide 28 - Quizvraag
Hoe noemden de revolutionairen zich in de republiek?
A
opstandelingen
B
patriotten
C
republikeinen
D
superhelden
Slide 29 - Quizvraag
Leervragen
vertellen hoe de Bataafse republiek werd bestuurd.
Aan het eind van de les kan je...
vertellen wie Lodewijk Napoleon is.
vertellen hoe Nederland een provincie van Frankrijk werd.
vertellen welke wetten Napoleon doorvoerde.
Slide 30 - Tekstslide
Rijksoverheid
Voor de Bataafse revolutie golden er in provincies verschillende wetten. Zo hadden provincies verschillende soorten munten en waren er tijdsverschillen.
Slide 31 - Tekstslide
Rijsksoverheid
Na de revolutie moesten alle provincies en gemeenten luisteren naar het landbestuur: rijksoverheid (het Rijk).
Slide 32 - Tekstslide
Lodewijk Napoleon
In 1806 maakte Napoleon een einde aan de Bataafse republiek. Hij liet zijn broer Lodewijk Napoleon koning worden. De Bataafse republiek werd hierdoor een monarchie.
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Provincie
Napoleon vond dat zijn broer te aardig was voor de Nederlanders. In 1810 lijfde Napoleon Nederland in bij Frankrijk. Nederland werd toen een provincie van Frankrijk.
Slide 35 - Tekstslide
Franse tijd
Napoleon voerde het burgerlijk recht in. Dat betekend dat iedereen dezelfde rechten en plichten had. Ook voerde hij het metriek stelsel en de dienstplicht in.
Slide 36 - Tekstslide
Franse wetten
Ook voerde hij de dienstplicht in en de burgerlijke stand. Dat is de administratie van de gegevens van alle burgers. Deze wetten en regels bleven na de Franse bezetting nog lang bestaan.
Slide 37 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 38 - Tekstslide
Door wie werd de Bataafse republiek bestuurd?
A
Rijksoverheid
B
Lodewijk
C
Napoleon
D
Frankrijk
Slide 39 - Quizvraag
Wat is het burgerlijke recht?
A
burgers mogen meepraten
B
Alle burgers hebben dezelfde rechten en plichten
C
burgers mogen mee stemmen
D
alle burgers moesten werken
Slide 40 - Quizvraag
Wie liet Napoleon Nederland besturen?
A
Lodewijk Napoleon
B
Napoleon Bonaparte
C
de Nederlanders
D
de revolutionairen
Slide 41 - Quizvraag
Welke wetten voerde Napoleon door in de Bataafse Republiek onder Frankrijk?
Slide 42 - Open vraag
Waarom lijfde Napoleon Bonaparte Nederland in bij Frankrijk?