Les 2: Venapunctie en bloedonderzoek

Venapunctie en bloedonderzoek
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Venapunctie en bloedonderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Doelstellingen
  • Herhaling en toetsing leerstof vorige week (venflon)
  • Venapunctie: Wat moet je allemaal weten?
  • begrip stuwing
  • Begrip van bloeduitslagen

Slide 2 - Tekstslide

ader
A
Vene
B
Arterie
C
Arteriool
D
capilair

Slide 3 - Quizvraag

Noem van zowel een arterie als van een vene een belangrijk kenmerk in de opbouw van hun weefsel.

Slide 4 - Open vraag

Benoem de complicaties van een perifeer infuus

Slide 5 - Open vraag

Hoe herken je een subcutaan lopend infuus?

Slide 6 - Open vraag

Bij het inbrengen van een infuus beschermen niet-steriele handschoenen de vpk:
A
Tegen een prikaccident
B
Tegen bloedcontact
C
Tegen een kruisinfectie
D
Tegen allergieën

Slide 7 - Quizvraag

Bij een flebitis:
A
Haal je zo snel mogelijk de venflon eruit
B
Ga je direct starten met antibiotica
C
Spuit je de venflon door met heparine
D
Spuit je de venflon door met Nacl 0.9%

Slide 8 - Quizvraag

Samenvatting perifeer infuus/venflon
  • Vene=ader
gekenmerkt door kleppen aan de binnenkant
  • Complicaties perifeer infuus: flebitis, subcutaan lopen van vloeistof, sepsis,luchtembolie, allergische reactie, overvulling
  • Altijd groen tenzij
  • Niet prikken bij lymfeklierresectie, CVA/parese,shunt

Slide 9 - Tekstslide

Venapunctie

Slide 10 - Woordweb

Venapunctie
De vene wordt aangeprikt om bloed voor onderzoek te verkrijgen of voor het intraveneus toedienen van vocht of medicatie.

Slide 11 - Tekstslide

Benoem 1 indicatie voor een venapunctie

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

schroefsysteem

Slide 14 - Tekstslide

1 systeem
Vlindernaald

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

De eerste voorkeurplaats voor venapunctie is....
A
handrug
B
voet
C
middelste elleboogvene
D
onderarm

Slide 18 - Quizvraag

Venapunctie plaatsen
  • Binnenkant elleboog
  • Onderarm
  • Handrug
  • Voet (enkel/bovenkant) 
  • Prik aan de arm waar geen lopend infuus op loopt.

Slide 19 - Tekstslide

Nadat je de labbuis in de houder aan de naald geklikt hebt:
A
Wacht je rustig af totdat de buis volgelopen is
B
Haal je de stuwband los
C
Haal je de stuwband los en zeg je dat de zorgvrager zijn vuist moet loslaten
D
Geef je aan dat de zorgvrager zijn hand open en dicht moet doen zodat het bloed sneller in de buis stroomt.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is stuwing?

Slide 21 - Open vraag

stuwing
Stuwing ontstaat doordat je de stuwband (te lang) om doet.

Dit kan leiden tot hemolyse
(hemo=van het bloed, lysis= uit elkaar vallen,losmaken)
hemolyse=afbraak van erytrocyten (rode bloedcellen)

Slide 22 - Tekstslide

Erytrocyt
  • Zijn gespecialiseerd in het vervoeren van  zuurstof en kooldioxide.
  • Bestaat voor het grootste deel uit hemoglobine (HB)

Slide 23 - Tekstslide

Gevolgen van stuwing tijdens bloedafname
Stuwing
Hemolyse
afwijkende
onbetrouwbare
 bloedwaarde bepaling
Verhoogd
Kalium

Slide 24 - Tekstslide

Proces uitgelegd
Een vals verhoogd kalium (pseudohyperkaliëmie)
Dit komt veel voor bij een gestuwde bloedafname. Wanneer er te lang gestuwd is mbv een stuwband, kan er geringe hemolyse optreden. Bij hemolyse gaan de bloedcellen kapot en komt er kalium van binnen de cel vrij.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Bestudeer protocol
  • ALTIJD naam +geb. datum vragen.
  • cva/parese, lymfeklierresectie,shunt
  • Anticoagulantia gebruik
  • Check of je de juiste buizen klaar hebt liggen voor wat je moet afnemen. 

Slide 27 - Tekstslide

Nierfuncties
Natrium 
Kalium
UREUM
KREATININE

Slide 28 - Tekstslide

Ureum
Ureum is een afvalproduct bij de eiwitstofwisseling in de lever.

De nieren verwerken het ureum. Deze zorgen voor de terugresorptie (opgenomen in lichaam) en uitscheiding via de nieren.

Een verhoogd of verlaagd ureum zegt wat over hoe goed de nieren functioneren.

Slide 29 - Tekstslide

Kreatinine
Kreatinine is een afbraakproduct van de spieren in ons lichaam. De stof wordt via de nieren uit ons lichaam verwijderd. De hoeveelheid kreatinine in het bloed is afhankelijk van de nierfunctie, maar ook van de hoeveelheid spieren. 
Bij mannen is het kreatinine dan ook hoger dan bij vrouwen. 

Slide 30 - Tekstslide

Hematologie
Hemoglobine
Hematocriet
Erytrocyten
Leukocyten
Trombocyten

Slide 31 - Tekstslide

Hemoglobine
Rode bloedcellen bevatten hemoglobine. 
Hemoglobine is opgebouwd uit diverse eiwit en ijzerstructuren
Hemoglobine zorgt voor de rode kleur in ons bloed.

Belangrijkste functie is transport zuurstof en kooldioxide

Een te laag HB kan duiden op een anemie (bloedarmoede)

Slide 32 - Tekstslide

Hematocriet
 hematocrietwaarde is het volume van het bloed dat door de rode bloedcellen (erytrocyten) wordt ingenomen, weergegeven als een fractie van het totale bloedvolume. 
oftewel:
De hematocrietwaarde drukt uit hoeveel rode bloedcellen er te vinden zijn in een bepaald bloedvolume.

Slide 33 - Tekstslide

gecentrifugeerd bloed
Net afgenomen labbuis

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Dehydratie
Dehydratie betekend uitdroging.

De hoeveelheid bloed in het menselijk lichaam is 7% en dit bestaat weer voor 86% uit water. Gemiddeld heeft een volwassen vrouw 4,5 liter bloed en een volwassen man 5,6 liter bloed in het lichaam.

Bij dehydratie heb je minder vocht in je lichaam, maar behoud je wel alle andere zaken zoals erytrocyten. Hematocriet zal dan stijgen omdat er minder water in het lichaam zit, maar nog net zoveel erytrocyten. 

Slide 36 - Tekstslide

Andere belangrijke labwaardes
Leverfuncties
Stolling
Cholesterol spectrum
Hormonen oa schildklierfuncties
Diabetes onderzoek
Serologie
Bloedkweken
Geneesmiddel spiegels
Allergie

Slide 37 - Tekstslide

Samenvatting
  • Bij een venapunctie moet je goed opletten dat er geen stuwing ontstaat.
  • Stuwing kan zorgen voor afwijkende labuitslagen.
  • Afwijkende labuitslagen zeggen iets over de toestand van de zorgvrager.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide