In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom !!
Ga op je plek zitten
Jas uit - pet af - telefoon uit en in de bak
Werkboek en leerboek op tafel
Login bij Lesson-up en/of neem de code over van het bord (links onderin)
Zorg dat je binnen twee minuten klaar zit zo voorkom je strafwerk / 8 uur melden.
timer
2:00
Slide 1 - Tekstslide
Uitleg: paragraaf 4 H5 water op aarde + B118, B119, B120,B187
maken opdracht 2,3,4,6,
herhalen par. 3 (5 min)
afsluiting
Aan het einde van de les kan/weet je:
dat er een ongelijke verdeling is van water op aarde
welke soorten watergebruik er zijn
wat de lokale en mondiale gevolgen zijn van een watervoetafdruk
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
uitleg/aantekeningen
Slide 4 - Tekstslide
1. Watervoetafdruk
Slide 5 - Tekstslide
Hoe bereken je de watervoetafdruk?
Als je alle producten die mensen dagelijks kopen bij elkaar optelt, kom je uit op gemiddeld 4.000 liter water per persoon per dag.
Dus:
Door al het water dat nodig is bij het maken van producten die mensen kopen op te tellen krijg je de watervoetafdruk .
Slide 6 - Tekstslide
2. Drie waterbronnen
Slide 7 - Tekstslide
3 soorten waterbronnen voor het verbouwen van producten:
1: Regenwater
85% van de gewassen in de landbouw is ervan afhankelijk
2: Oppervlakte water
Water uit meren en rivieren
3: Grondwater
Water uit Aquifers
Slide 8 - Tekstslide
3. Economische waterschaarste
Slide 9 - Tekstslide
3.
Bij economische waterschaarste is er wel genoeg water, maar is er te weinig geld en technische kennis aanwezig om het water op te pompen, op te slaan of schoon te maken.
Slide 10 - Tekstslide
4. Waterbalans
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
5. Grondwater
Slide 13 - Tekstslide
6. Draineren en irrigatie
Slide 14 - Tekstslide
Draineren
Het kunstmatig verlagen van het grondwaterpeil
Hoe doe je dit?
Je legt dan in de grond buizen met gaatjes, hierdoor kun je het water laten weglopen.
Slide 15 - Tekstslide
Irrigeren (irrigatie)
Wat: betekent bevloeien of water opbrengen.
Hoe:
Druppel irrigatie
Oppervlakte-irrigatie
Beregening
Nadeel:
Verzilting= het zout worden van de bodem.
Slide 16 - Tekstslide
Zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 H5 water op aarde
+
B118, B119, B120,B187
Maken opdracht 2 t/m 8
Slide 17 - Tekstslide
herhalen/nabespreken
Slide 18 - Tekstslide
Hoe kan het dat er midden in een woestijn akkers liggen?
A
Door stuwingsneerslag
B
Door aquifers
C
Door oppervlakte water
D
Door import
Slide 19 - Quizvraag
Wat is er aan de hand als er sprake is van economische waterschaarste?
A
Er is wel genoeg water, maar er wordt te veel verspild door verouderde infrastructuur en goedkope irrigatietechnieken.
B
Er is in de toekomst te weinig water door een te laag welvaartspeil.
C
Er is wel water maar er is te weinig geld en kennis om het te kunnen gebruiken.
D
Er is te weinig water aanwezig door een te droog klimaat of het ontbreken van voldoende oppervlaktewater en grondwater