if or when

Hello 3C!
What we are going to do today:
1. Uitleg en oefenen nieuwe grammar (20 min)
2. Oefeningen uit het boek maken en nakijken (20 min)
3. Spelletje

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hello 3C!
What we are going to do today:
1. Uitleg en oefenen nieuwe grammar (20 min)
2. Oefeningen uit het boek maken en nakijken (20 min)
3. Spelletje

Slide 1 - Tekstslide

Spot the mistake:
My parents say I get a car if I turn 18.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
Weet je het verschil tussen 'if' en 'when' en kun je ze op de juiste manier gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

if

Je weet niet of iets gaat gebeuren
when

Je weet wel dat iets gaat gebeuren maar niet wanneer het gaat gebeuren

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 'if'?
If gebruik je als je niet zeker weet of iets gaat gebeuren.

I'll call you if I pass the exams. (je weet nog niet zeker of je slaagt)
If I win the lottery, I'll buy a villa (je weet nog niet zeker of je wint)

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je 'when'?

When gebruik je als je wel weet dat het gaat gebeuren, maar nog niet precies wanneer.

I'll call you when the airplane has landed. (je weet dat je gaat landen, maar nog niet precies hoe laat)

Slide 6 - Tekstslide

if
If it rains tomorrow, we will need an umbrella.

If you don't study enough, you will fail your exam.

If it's busy in the supermarket, I won't go.



Slide 7 - Tekstslide

when
We will have a test when the schools are open.


I will call you when I get there.



Slide 8 - Tekstslide

... it snows tomorrow, we won't go to the mall.
A
If
B
When

Slide 9 - Quizvraag

I will buy a scooter .... I become 16.
A
if
B
when

Slide 10 - Quizvraag

... we leave now, we might catch the train.
A
if
B
when

Slide 11 - Quizvraag

.... Carly eats, she usually eats healthy foods.
A
If
B
When

Slide 12 - Quizvraag

I'm leaving for London now. I'll call you ... I get there.
A
if
B
when

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Is het duidelijk?

Slide 16 - Tekstslide

Page 45

Slide 17 - Tekstslide