Werkwoordspelling en Begrijpend Lezen in de Kinderopvang

Werkwoordspelling en 
Begrijpend Lezen
 in de Kinderopvang
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling en 
Begrijpend Lezen
 in de Kinderopvang

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie werkwoorden correct  in de context van kinderopvangteksten (begrijpend lezen) toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kinderopvanghuiver?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft hier al ervaring mee gehad op stage? Wie heeft ervan gehoord op stage?
Ik niet
Twijfel
Ik wel

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zijn jullie hier bekend mee?
Ja
Nee
Wil ik niks over kwijt

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou je doen als dit bij jou op stage zou gebeuren?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou de schrijver willen bereiken met deze soort teksten? Wat is het doel?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar zou je deze teksten zien verschijnen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Modelen
Jullie krijgen zo per tweetal 2 teksten en 1 werkblad. 
- Op dit werkblad gaan jullie de regels van werkwoordspelling opschrijven, terwijl ik voordoe hoe de opdrachten in hun werk gaan. 
- Jullie schrijven ook de antwoorden mee, welke we samen doen. 
- Houdt deze papieren netjes, zodat ik alles kan verzamelen!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 1: Kinderopvanghuiver
Lees de tekst over kinderopvanghuiver in jouw tweetal terwijl jullie de goede vorm van de werkwoorden noteren. 
- let op: achteraf komen er vragen over de inhoud van de tekst én bespreken we de opdrachten na. 

- Jullie hebben hier 15 minuten de tijd voor. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden controleren
Geef het antwoordblad van jouw tweetal naar het tweetal wat rechts van jou zit, zodat iedereen een ander antwoordblad heeft.

Klaar? Geef het blad dan terug en bekijk de gecorrigeerde antwoorden. Bespreek dit met jouw tweetal (5 min)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vat in maximaal 5 zinnen samen waar de tekst over ging (tweetallen)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst 2: Sterftegeval in de Kinderopvang
Lees de tekst over het sterftegeval in jouw tweetal terwijl jullie de goede vorm van de werkwoorden noteren.
- let op: hier staan geen tijden bij, dus je moet te tekst goed lezen om de goede vervoegingen op te schrijv4en. 
- let op: achteraf komen er vragen over de inhoud van de tekst én bespreken we de opdrachten na. 
- Jullie hebben hier 15 minuten de tijd voor. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden controleren
Geef het antwoordblad van jouw tweetal naar het tweetal wat rechts van jou zit, zodat iedereen een ander antwoordblad heeft. 

Klaar? Geef het blad dan terug en bekijk de gecorrigeerde antwoorden. Bespreek dit met jouw tweetal (5 min)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vat in maximaal 5 zinnen samen waar de tekst over ging (tweetallen)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordspelling Quiz
Doe een korte quiz over werkwoordspelling in de context van kinderopvang. Bespreek de antwoorden als klas.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkwoordspelling
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurde

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

werkwoordspelling
A
Hij onthoud alles.
B
Hij onthoudt alles.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

werkwoordspelling
A
Hij heeft de boel belazerd.
B
Hij heeft de boel belazert.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren.
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordspelling
A
Zij heeft het huis geverft
B
Zij heeft het huis geverfd

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Werkwoordspelling
A
Makkie, kom maar op!
B
Redelijk, ik maak af en toe een foutje
C
Niet zo goed, ik maak regelmatig een fout
D
Moeilijk, ik begrijp er niks van

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat ik heb gelezen in de twee teksten
Ja
Nee
Deels wel, deels niet

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van deze les? Wat had je anders willen zien en wat wil je graag zo houden?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies