3. Stunde 2 h/v 2Q

Das Ampelmännchen
Overleggen mag
In stilte werken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Das Ampelmännchen
Overleggen mag
In stilte werken

Slide 1 - Tekstslide

Was macht ihr heute? 
- Lernen und Wörter abhören
- Lesen: Adel und Edle Steine
- Satz der Woche
- Hausaufgaben korrigieren
- Grammatik

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele
- Du kennst einen neuen Klassensprachensatz.

- Du kennst neue Wörter die mit wohnen zu tun haben und kannst sie benutzen. 


Slide 3 - Tekstslide

Lernen/Hausaufgaben kontrolle
Lerne die Wörter

timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Wörter abhören

Slide 5 - Tekstslide

Lesen:
Oktoberfest
Wir lesen zusammen Oktoberfest. 

Slide 6 - Tekstslide

Satz der Woche
Darf ich das Fenster öffnen/schließen? 

Slide 7 - Tekstslide

Hausaufgaben korrigieren
Korrigiere deine Aufgaben. Die Antworten stehen i der Drivemappe. 
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Wie hast du deine Hausaufgaben gemacht?
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Grammatik: 
4. Fall/Akkusativ
- Pers.vnw
- Voorzetsels
- Ontleden

Slide 10 - Tekstslide

Die Fälle - Personalpronomen (pers.vnw)
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u
wie
1
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
wer
3
4
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie
wen

Slide 11 - Tekstslide

Die Fälle - Präpositionen (voorzetsels)
4. Fall
durch
door
für
voor
gegen
tegen
ohne
zonder
um
om
bis
tot
entlang
langs

Slide 12 - Tekstslide

Satz Gliederung (ontleden)
Staat er geen voorzetsel in de zin, dan ga je ontleden!

Hoe vind je een...........?
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 13 - Tekstslide

Satz Gliederung (ontleden)



Onderwerp: wie/wat + gezegde
Lijdend voorwerp: wie/wat + ond + gezegde
Meewerkend voorwerp: aan wie?/voor wie? 

Slide 14 - Tekstslide

Üben
1. (hij) Das Geschenk ist für ____________. 
2. (ik) ___________ gehe nach Hause. 
3. (wij) Ohne _________ geht er nicht ins Kino. 
4. (jij) Was hat er gegen __________?
5. (ihr) Er ist besorgt um ____________. 

Slide 15 - Tekstslide

Üben
Seite: 43, 44, 45
Mache die Aufgaben: 21, 22, 24, 25 & 26

Slide 16 - Tekstslide

Hausaufgaben
- Lerne die Wörter auf Seite 60 
- Die Aufgaben die noch nicht fertig sind. 

Slide 17 - Tekstslide