Basisvaardigheden Metselaar

Basisvaardigheden Metselaar
BASISKENNIS METSELEN
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BouwtechniekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Basisvaardigheden Metselaar
BASISKENNIS METSELEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leren we vandaag?
- Metselspecie en benodigde grondstoffen
- Welke steenformaten zijn er.
- Wat zijn de meest gangbare metselverbanden.
- Wat is een koudebrug en hoe voorkom je die.
- Verschillende types fundering


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metselspecie
De algemene verhouding van metselspecie is 1 deel cement op 3 delen zand (metselzand, korrelgroep 0-2, dus korrels van 0,063 tot en met 2 mm). Sommige metselaars prefereren een vettere specie (verhouding 1 cement op 2,5 zand) of juist een schralere (1 op 3,5).
Dit is echter ook afhankelijk van het soort materiaal.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cement

Wat is cement en 
waar wordt het van  gemaakt?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt cement van gemaakt?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke toeslagmiddelen
kun je toevoegen aan specie

Slide 7 - Woordweb

  • Plastificeerders verbeteren de verwerkbaarheid van de specie. Ze maken de specie soepeler en makkelijker verwerkbaar.

  • Superplastificeerders verbeteren de verwerkbaarheid en de waterdichtheid van de specie. Ze maken de specie zeer soepel en makkelijker verwerkbaar.

  • Vezels verbeteren de sterkte en de scheurweerstand van de specie. Ze worden vaak gebruikt voor het metselen van stenen en het maken van vloeren.

  • Isolatiematerialen  zoals glasparels of polystyreenkorrels verminderen het gewicht en de warmtegeleiding van de specie. Ze worden vaak gebruikt voor het maken van isolatiemortel.

  • Versnellers   Versnellers worden gebruikt om de uithardingstijd van de specie te verkorten. Ze zijn vooral nuttig bij koud weer, waar de uitharding van de specie anders langzamer zou verlopen.

  • Vertragers Vertragers worden gebruikt om de uithardingstijd van de specie te vertragen. Dit kan handig zijn bij warm weer of bij grote projecten waarbij extra tijd nodig is om de specie te verwerken voordat deze uithardt.

  • Kleurstoffen  Kleurstoffen kunnen worden toegevoegd aan de specie om de kleur ervan aan te passen aan de esthetische vereisten van een project. Dit kan vooral handig zijn bij decoratieve toepassingen zoals metselwerk of tegelwerk.

Wat is een vulmiddel in mortel en wat is het doel ervan

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke steenformaten
ken je

Slide 9 - Woordweb

Maasformaat
Waalformaat
Dikformaat
Amstelformaat
Vechtformaat
Ysselformaat
Hilversumsformaat
Kloostermop
wat is de maat van een dikformaat
A
210x100x50
B
210x100x65
C
210x100x72
D
225x100x40

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de afmeting van een waalformaat?
A
210x100x50
B
210x100x72
C
190x90x50
D
225x105x40

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de afmeting van een Hilversumsformaat?
A
210x100x50
B
210x100x72
C
190x90x50
D
225x105x40

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke metselverbanden
ken je?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verband 1

Slide 14 - Tekstslide

Halfsteensverband
Verband 2

Slide 15 - Tekstslide

(Staand) Klezoorverband

Stenen verspringen een klezoor ten opzichte van elkaar.
op de hoek begint met met een kop of drieklezoor

Verband 3

Slide 16 - Tekstslide

Wildverband 

-de hoeken beginnen met een drieklezoor in de ene laag en een kop in de andere laag
- max 3 koppen achter elkaar
- max 5 strekken achter elkaar
- max 5 trapjes
- geen stenen kleiner dan een kop
- bij voorkeur geen stootvoegen boven elkaar
Verband 4

Slide 17 - Tekstslide

Staandverband 

Lijkt op kruisverband.
Bij staand verband wordt een patroon van koppen en strekken aangehouden. Een laag start afwisselend met een drieklezoor en een kop. De laag met de drieklezoor wordt verder gezet met alleen maar strekken. De laag met de kop wordt alleen verder gezet met koppen.

Hierdoor worden de stenen voornamelijk als geheel of als halve steen gebruikt. Dit zorgt voor een beperkt verlies of uitval. 

Verband 5

Slide 18 - Tekstslide

Kruisverband

Koppenlaag- strekkenlaag
Een ¾ steen wordt geplaatst aan het uiteinde van de strekkenlaag. Om de 4 lagen wordt er ook een kop naast de ¾ steen geplaatst. Op die manier ontstaat een verspringing van een halve baksteenlengte. 
Verband 6

Slide 19 - Tekstslide

Ketting of noorsverband

Alle lagen  van het kettingverband bestaan uit opeenvolgend een kop en twee strekken. Hierdoor komen de koppen om de andere laag precies onder elkaar te liggen, hetgeen een ‘ketting’ vormt. In tegenstelling tot staand of kruisverband, is het aantal koppen beperkter. 
Verband 7

Slide 20 - Tekstslide

Vlaamsverband

Dit verband lijkt op het kruisverband, alleen bestaan bij dit verband alle lagen uit afwisselend een kop en een strek. Bij een kruisverband wisselt dit om de laag, dus niet in dezelfde laag. 
Funderingen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor type fundering is dit?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strokenfundering
Een strokenfundering is een methode van het funderen op een vaste ondergrond ofwel funderen op staal. Een bodemonderzoek en de omvang van de woning bepalen of deze methode geschikt is. Vaak wordt een strokenfundering toegepast op woningen die gebouwd worden op zandgrond.

De stroken worden gemaakt van gewapend beton
De stroken ook wel platen van een strokenfundering worden gemaakt van gewapend beton. Het beton dient voor de drukkrachten en het betonstaal voor de trekkrachten. Op deze gewapende funderingsstroken komen de muren van de woning.

Funderingsstrook 2,5 tot 3 keer de breedte van de muur die erop komt
De hoogte en breedte van de stroken worden bepaald door een sondering (bodemonderzoek) en het formaat van het gebouw. Een vaak gebruikte inschatting voor de breedte van de funderingsstrook is 2,5 tot 3 keer de breedte van de muur die erop komt. Dit komt uit op een breedte van ongeveer 70 tot 90 cm
Strokenfundering

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke fundering zien we hier?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaatfundering
Plaatfundering, een vorm van fundering op staal, maakt gebruik van een horizontale plaat van gewapend beton als het primaire dragende element voor de gehele bovenbouw. Deze methode wordt exclusief toegepast bij constructies met minder “zware” belasting. Met plaatfundering rust het gebouw op een grote, draagkrachtige gewapend betonnen plaat die zich direct boven de zandlaag bevindt. Deze funderingsplaat wordt ook wel vloerplaat genoemd.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk type fundering zie je hier?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Balkenfundering
Een balkenfundering wordt toegepast wanneer de draagkracht van de ondergrond niet voldoende is om de belasting van een gebouw direct over te brengen naar de grond. 

Het is een type fundering dat bestaat uit balken die op de ondergrond rusten en waarop de dragende muren van het gebouw worden geplaatst. Deze balken, ook wel funderingsbalken genoemd, verdelen de belasting gelijkmatig over de ondergrond.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een koudebrug?

Een koudebrug, ook wel thermische brug genoemd, is een gebied in de constructie van een gebouw waar de thermische isolatie wordt onderbroken, waardoor warmte gemakkelijk van binnen naar buiten of andersom kan worden overgedragen. Dit kan leiden tot energieverlies en thermisch ongemak in het gebouw.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat een koudebrug?
1. Onderbrekingen in de isolatie:
Wanneer isolatiemateriaal onderbroken wordt, bijvoorbeeld door structurele elementen zoals betonnen kolommen, balken, of metalen frames, kan warmte gemakkelijk door deze gebieden worden geleid, waardoor koudebruggen ontstaan.


2. Onjuiste constructiedetails:
Slecht ontworpen of uitgevoerde constructiedetails kunnen koudebruggen creëren. Bijvoorbeeld, waar buitenmuren aansluiten op vloeren, daken, of ramen, kunnen er gebreken zijn in de isolatie of onvoldoende lagen isolatiemateriaal, waardoor warmte gemakkelijker kan ontsnappen.





Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


3. Materialen met hoge warmtegeleiding:
Materialen zoals beton, staal, en baksteen hebben over het algemeen een hogere warmtegeleiding dan isolatiematerialen zoals glasvezel of schuim. Daarom kunnen structurele elementen die deze materialen bevatten, koudebruggen vormen.


4. Thermische bruggen in ramen en deuren:
Bij ramen en deuren kunnen metalen frames fungeren als thermische bruggen, waardoor warmte wordt geleid van binnen naar buiten of andersom.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1 Koudebrug

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2 koudebrug

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vinden we hiervan?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies