uitspraak ch chs en ig

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.

Slide 1 - Tekstslide

Wien

Slide 2 - Tekstslide

der Unterrichtsplan


-  Rückblick "der und ein-Gruppe"

- Aufg. 11 bis einschl. 16 kontrollieren. 

- Aussprache: Laute: ch, chs und ig. 

- Aufg. 2,3 und 4 machen.

- Aufg. 1, 5 und 6 machen. 

- Evaluation




















Slide 3 - Tekstslide

die Lernziel(e):


- Du kannst einen Satz gliedern. ( =Je kunt een zin ontleden) 

- Du kannst in einem Satz den ersten und vierten Fall bestimmen.

- Du kannst diese Laute: ch, chs und ig richtig aussprechen.  







Slide 4 - Tekstslide


Hausaufgaben:  11 bis einschl. 16 kontrollieren







Slide 5 - Tekstslide

Vul de juiste uitgang in.
Ich habe ein___ Hamburger gegessen.

Slide 6 - Open vraag

Vul de juiste uitgang in.
Jed____ Kind (o) hat d__ Hausaufgaben (mv) gemacht.

Slide 7 - Open vraag

Vul de juiste uitgang in.
Sein___ Bruder hat d____ Kaiserschmarren (m) gegessen.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Tipp! Aussprache: Hoe je de ch uitspreekt, hangt van de klank af die voor de ch staat.
Na: a, o, u of au (denk aan AUTO) klinkt de ch hard (= ach-Laut): lachen






Na alle andere klinkers spreek je de ch zacht uit (= ich-Laut): Milch, leicht
De combinatie chs spreek je uit als ks.
Beispiele: Fuchs, Dachs, Wechsel, sechs
In de lettergreep –ig wordt de g aan het einde van een woord vaak uitgesproken
als een Nederlandse ch (bijvoorbeeld in het Nederlandse woord 'noch').
Beispiele: König, einig, ruhig, mutig

Slide 10 - Tekstslide

[ich]
[ach]
Op welke plek zit je tong bij het uitspreken van ich en ach?

Slide 11 - Tekstslide

Und jetzt üben:

Aufg. 2, 3 und 4 machen. 

Slide 12 - Tekstslide

Kannst du diese Wörter richtig aussprechen? 
* Dachs
* lachen
* Honig
* Milch

Slide 13 - Tekstslide

Macht jetzt selbstständig:  Aufg. 1, 5 und 6 und  7machen.  







timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Hausaufgaben: Kapitel 3 Lektion 2 Aufg. 1, 5 und 6 machen

Slide 15 - Tekstslide