Herhaling 8.1

Herhaling 8.1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 8.1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 8.1

* Leerlingen kunnen uitleggen waarom Nederland importeert.
* Leerlingen kunnen uitleggen waarom Nederland exporteert.
* Leerlingen kunnen met de invoerwaarde en uitvoerwaarde berekenen wat het saldo op de betalingsbalans is.
* Leerlingen kunnen berekenen hoe groot de import en export zijn in verhouding tot het nationaal inkomen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Import of export?
'Action' koopt producten uit China.

A
import
B
export

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voordelen van import voor de consument?

A
hogere prijzen
B
meer keuze

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Import of export?
DSM verkoopt plastic aan Duitsland.
A
import
B
export

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is import?
A
Handel waarbij het ene goed geruild wordt met een ander goed.
B
Een andere benaming voor BBP.
C
Het kopen van producten uit een ander land.
D
Het verkopen van producten aan een ander land.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies uit import of export
export
import
De kaasfabriek verkoopt kaas aan een Duits bedrijf.
Een vakantieganger gaat naar Oostenrijk om te skiën
Albert Heijn koopt sperziebonen uit Egypte
Een Duitser huurt een hotelkamer in Egmond aan Zee

Slide 7 - Sleepvraag

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
Invoerwaarde
Uitvoerwaarde
Invoer
Uitvoer
Het bedrag dat een land in totaal betaalt voor de import
Het bedrag dat een land in totaal verdient aan de export
Een ander woord voor import
Een ander woord voor export

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De totale uitvoerwaarde is kleiner dan de invoerwaarde. Dit is een:
A
Overschot op de betalingsbalans
B
Tekort op de betalingsbalans
C
Tekort op het Nationaal Inkomen
D
Overschot op het Nationaal Inkomen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland voert 415 miljoen liter wijn in. Gemiddelde prijs van 1 liter wijn is € 2,30. Wat is de Invoerwaarde?
A
€ 920.000.000
B
€ 1.350.500.000
C
€ 954.500.000
D
€ 1.100.750.000

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het nationaal inkomen van Nederland is 818 miljard. De invoerwaarde is € 312 miljard en de uitvoerwaarde is € 543 miljard. Bereken het importpercentage.
A
38,14%
B
39,14%
C
20,14%
D
21,14%

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaarlijks komen er zo'n 14 miljoen toeristen naar Nederland.

Op de betalingsbalans staat het geld dat de toeristen hier uitgeven bij


Dit toerisme is voor Nederland
van diensten.

betalingen aan het buitenland
ontvangsten van het buitenland
export
import

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies