Lesson 17: Stone 9 + Grammar 6

Stepping Stones Chapter 3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Stepping Stones Chapter 3

Slide 1 - Tekstslide

Program 
-Attendance
-Check homework
-Recap Grammar 5
-Stone 9/Grammar 6
-Exercises 52a, 53a, 53b, 59a
-Lesson evaluation
Goals:
-I know how to the present perfect. 


Slide 2 - Tekstslide

Kies de juiste volgorde
A
Wie - doet - waar - wat - wanneer
B
Wie - doet - waar - wanneer - wat
C
Wie - doet - wat - wanneer - waar
D
Wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 3 - Quizvraag

Voorbeeld
Keith used to watch television in his room at bedtime.
Wie    -         doet        -          wat        -     waar       -      wanneer.
Plaats VOOR Tijd -
Patat VOOR het Toetje

Slide 4 - Tekstslide

I walked to the park yesterday.
A
correct
B
wrong

Slide 5 - Quizvraag

They visited their parents last night in Wierden
A
correct
B
wrong

Slide 6 - Quizvraag

My teacher loves listening to spotify on her way home.
A
correct
B
wrong

Slide 7 - Quizvraag

Miss Karampali watches Netflix every day at home.
A
correct
B
wrong

Slide 8 - Quizvraag

Put the words in the right order
the/my mother/fed/in the garage/dog/this morning/frightened/at 7am

Slide 9 - Open vraag

Put these words in the right order
In Italy/a/we/holiday/spent/last year/wonderful

Slide 10 - Open vraag

Je kunt ook een adjective (bijvoeglijk naamwoord) aan een zin toevoegen. Een adjective zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Je zet ze dan voor het zelfstandig naamwoord.

He watched a funny film.
They bought a lovely dress.
We had a good time.

Slide 11 - Tekstslide

Soms zet je een adjective achter het werkwoord. In dat geval geeft de adjective extra informatie over het onderwerp. 
Dit kan bij werkwoorden zoals to be, look, appear en seem.
  

She looks amazing in my new dress.
I am curious to see that new film.
They seem focussed on their singing careers.

Slide 12 - Tekstslide

Adjectives (bijvoeglijk naamwoord)
Adjective: to talk about nouns (what)

 

He is a slow runner

 She is beautiful

Slide 13 - Tekstslide

Name 2 adjectives

Slide 14 - Open vraag

Last week I had an ____________
visit from my best friend, Billy. It
was so nice.
timer
2:00
A
unexpected
B
charming
C
rude
D
curious

Slide 15 - Quizvraag

I was ___to know what would happen next
in the film.
timer
0:20
A
rude
B
mad
C
charming
D
curious

Slide 16 - Quizvraag

My friends have a ... hide-out place.
This ... comedy in set in Los Angeles in 1990.
She is ...! She makes so many jokes.
The ... Harry Potter movie was the best.
horror
first
hilarious
secret

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Grammar 6 p.161 + Video

Slide 19 - Tekstslide

Zs
Today: P. 156/157 : 51b, 52a Write in p.164,  
P. 160: 59a
Tomorrow: 52b, 53a,53b, 59b, 60a,61a, 61b / GL + 60b

Ready? (Klaar?)
1. Work on the exercises for  Tomorrow.
2. P. 185 / p 166: Exercise 7b / GL:Taalportfolio
3. Check Answers: Exercise 52a










timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Homework
P. 147
Exercise 37b











timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

P. 137/138/139
Celebs go undercover
Exercises 19c, 20, 21,

Ready?
Study the irregular verbs
to hang -to pay
Check together Exercise 19c






GL
Chantal, Lindsey, Chris, Emmelie, Joëlla, Roëlla, Noëlle

P. 137/138/139
Celebs go undercover
Exercises 19c, 19d,20, 21,
Ready?
Study the irregular verbs
to hang -to pay
Work on your portfolio
Check together Exercise 19c



timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Hoe maak je het Present Perfect?

Slide 23 - Woordweb

Geef een voorbeeld zin in het Present Perfect

Slide 24 - Woordweb

Wat vond je van de les?
Leerzaam
Duidelijk
Moeilijk
Makkelijk
Interessant
Onduidelijk

Slide 25 - Poll

Test Talk
1. Look at the test for 7 min
2. Questions about the poster
3. Let's check the test.
4.Questions about the test.


Slide 26 - Tekstslide