Gezondheid les 2

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat is weerstand?
A
Immuniteit
B
Vermogen om de gezondheid te handhaven in een besmette omgeving
C
Conditie
D
Gezondheid

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de eerste verdedigingslinie
A
Huid, beharing en slijmvliezen
B
Witte bloedcellen
C
Specifieke afweersysteem

Slide 21 - Quizvraag

Een kalf heeft immuniteit voor bepaalde ziektes verkregen door zijn moeder in de buik.
Wat voor immuniteit is dit?
A
Kunstmatige actieve immuniteit
B
Kunstmatige passieve immuniteit
C
Natuurlijke actieve immuniteit
D
Natuurlijke passieve immuniteit

Slide 22 - Quizvraag

Een schaap heeft de vaccinatie voor blauwtong gehad.
Wat voor immuniteit is dit?
A
Kunstmatige actieve immuniteit
B
Kunstmatige passieve immuniteit
C
Natuurlijke actieve immuniteit
D
Natuurlijke actieve immuniteit

Slide 23 - Quizvraag

Een kip heeft vogelgriep gehad.
Wat voor immuniteit is dit?
A
Kunstmatige actieve immuniteit
B
Kunstmatige passieve immuniteit
C
Natuurlijke actieve immuniteit
D
Natuurlijke actieve immuniteit

Slide 24 - Quizvraag

Je bent gebeten door een slang en krijgt een anti serum (antistoffen toegediend).
Wat voor immuniteit is dit?
A
Kunstmatige actieve immuniteit
B
Kunstmatige passieve immuniteit
C
Natuurlijke actieve immuniteit
D
Natuurlijke actieve immuniteit

Slide 25 - Quizvraag

Wat klopt NIET over aspecifieke afweer?
A
Komt na de eerste verdedigingslinie
B
Komt voor de specifieke afweer
C
Zijn witte bloedcellen
D
Eten alleen maar bacteriën op

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een titer?
A
De hoeveelheid antistoffen in het bloedserum
B
De hoeveelheid geheugencellen die zijn aangemaakt
C
De hoeveelheid ziekteverwekkers in het bloedserum
D
De hoeveelheid ziekteverwekkers in het dier

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer wordt de weerstand lager?

Slide 28 - Open vraag

Wat voor effect heeft leeftijd op de weerstand?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide