Literaire mindmap klas 1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom

Fictie

Literaire begrippen

Nederlands

Lesprogramma

• Intro opdracht fictie
• Uitleg literaire mindmap
• Expertopdracht fictie

Wat vind je (tot nu toe) van jouw boek.
Geef een cijfer van 1 tot 10.

010

Geef minimaal twee argumenten voor jouw mening.

Wat weet je nog over je boek?
Vertel zo veel mogelijk.

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• weet je wat de literaire begrippen tijd, ruimte, spanning, personages, perspectief,  thema en onderwerp inhouden.
  
• kun je in een verhaal herkennen en uitleggen hoe tijd, ruimte, spanning, personages, thema, perspectief en onderwerp terugkomen.
• Weet je wat je voor de mindmap-opdracht moet doen.
  
  

Literaire

 mindmap

De titel en auteur in het midden en dan werk je met de klok mee:

1.  Thema en onderwerp 
2. Realistisch/onrealistisch 
3. Gebeurtenissen
4. Personages 
5. Tijd 
6. Ruimte 
7. Mening 

Regels

• A3-papier liggend (niet digitaal).
• Titel in het midden + afbeelding.
• Dan takken/lijnen om info te ordenen en te structureren. 
• Elke tak heeft zijn eigen kleur.
• Gebruik kernwoorden, korte zinnen, beelden en symbolen.
• Schrijf duidelijk of in blokletters.
• Werk volgens de uren op de klok.
• Zorg verder voor je eigen stijl / een stijl die bij je boek past.

Expertmethode

1. Met je groepje krijg je een nummer.
2. Ga naar de ELO --> studiewijzer --> Fictie --> les 'Literaire mindmap'  en zoek het filmpje van jouw groep.
3. Bekijk het filmpje met elkaar (gebruik oortjes).
4. Schrijf in drie zinnen op wat jullie onderwerp inhoudt (zoek eventueel aanvullende informatie op internet). 
5. Uitleg delen en bespreken.

Groep 1

- 

Open plek en spanning

Groep 2

- 

Thema en motieven

Groep 3

- 

Ruimte

Groep 4

- 

Tijd

Groep 5

- 

Verteller

Groep 5

- 

Personages

Groep 6

- 

Je mening geven

Schrijf eerst op van welk onderwerp jullie de expert zijn en leg dan in drie zinnen uit wat jullie onderwerp inhoudt.

Deze les:

• Presenteren literaire begrippen
• Beginnen aan je literaire mindmap.
• Neem stiften en/of kleurpotloden mee.

Ruimte

• Setting: de plaats (geografisch), de tijd (de historische tijd) en de omstandigheden (bijvoorbeeld winter, vakantie, staking). 

• De ruimte van een verhaal kan dan ook verschillende functies hebben:

1. Sfeer
2. Karakterisering van een personage
3. Symbolisch