Kern Paragraaf 1, 2 & 3 mavo 4

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

LessonUp
Registreer met je schoolaccount
Gebruik de volgende klassecode:  skcyd

Slide 3 - Tekstslide

Fictiedossier
keuzeopdracht 1
keuzeopdracht 2
keuzeopdracht 3
keuzeopdracht 4
keuzeopdracht 5
keuzeopdracht 6
RUBRIC tijdens TW 3

Keuzeopdracht én samenvatting inleveren op 25 oktober vóór 17.00 uur via SOM!

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Les 2
Afbeeldingen in teksten
  •  Ik weet welke functies een afbeelding in een tekst kan hebben.
  •  Ik kan aangeven welke functies een afbeelding in een tekst heeft.
  •  Ik kan uitleggen hoe tekst en beeld elkaar versterken.
  •  Ik kan zelf bedenken met welk beeld ik een tekst kan versterken.

Les 1
Tekstopmaak 
  •  Ik weet hoe je een tekst begrijpelijker kunt maken met een goede opmaak.
  •  Ik kan onderdelen in een tekst herkennen aan hun opmaak.
  •  Ik kan uitleggen hoe opmaak helpt om een tekst beter te begrijpen
  •  Ik kan zelf een gegeven tekst op een duidelijke manier opmaken.

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk de volgende teksten

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor soort teksten zijn dit?

Slide 7 - Tekstslide

Wat voor soort teksten zijn dit?
A
leestekst
B
instructie
C
fictiefragment
D
krantenartikel

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor soort tekst is dit?

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor soort tekst is dit?

Slide 10 - Open vraag

Wat voor soort tekst is dit?

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor soort tekst is dit?

Slide 12 - Open vraag

Wat voor soort tekst is dit?

Slide 13 - Tekstslide

Tekstopmaak
Afbeeldingen in teksten
Kern paragraaf 1, 2 en 3

Slide 14 - Tekstslide

Tekstopmaak herkennen en gebruiken
Tekstopmaak zorgt ervoor dat een tekst er mooier uitziet én beter leesbaar of begrijpelijker is.
Opmaakkenmerken?
vetgedrukte, schuingedrukte, onderstreepte of HOOFDLETTERS, gekleurde letters, kaders of gekleurde achtergronden of lijnen. 
 Opsomming, tabel of schema

Slide 15 - Tekstslide

Maak de vraag 1 t/m 6 op blz. 6 en 7
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 1


  • Bij tekst B is de titel duidelijk gemaakt doordat deze groter is gemaakt dan de rest van de  tekst, in hoofdletters en dikgedrukt is. Bij tekst A wordt de titel niet verduidelijkt. 
  • Bij tekst B is de inleiding duidelijk gemaakt doordat het in grijs is in plaats van zwart. In tekstA wijkt de inleiding niet af van de rest van de tekst.
  • Bij tekst B wordt er gebruik gemaakt van duidelijke tussenkopjes door middel van een witregel en het gebruik van oranje. In tekst A worden de tussenkopjes niet verduidelijkt.
  • Bij tekst B wordt er gebruik gemaakt van opsommingsteken in de tweede alinea. Bij tekst A gebeurt dit niet.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 2


De titel van de les is vetgedrukt en in een andere lettergrootte. De theorie staat in een blauw kader. De opdrachten en de moeilijke woorden staan in een oranje kader. De theorie is een
opsomming. De gekleurde letters geven de opdrachten aan. De tekst bij opdracht 1 staat in een kader. Het artikel bij opdracht 7 staat in een apart kader.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 3


a. De titel is te herkennen doordat hij grote letters heeft. T1
b.  De inleiding herken je doordat hij in een apart lettertype, direct onder de titel staat.
c.  Het hoofdartikel staat tegen een witte achtergrond en heeft geen afwijkend lettertype.
d. Je herkent het aanvullende tekstdeel aan het kader dat er om heen staat.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 4. Waar vind je het snelst waar het artikel over gaat?
A
In het grijsgekleurde vlak.
B
In de tekst onder titel.
C
In de tweede alinea van het hoofdartikel.
D
In de tekst met grote letters rechts bovenaan.

Slide 20 - Quizvraag

Opdracht 5


De titel en de vermelding van het doel zorgen ervoor dat je snel weet waarover les 2 gaat:
namelijk over ‘afbeeldingen in teksten’. Dankzij de kopjes in de theorie weet je ook dat de les gaat over de functies van afbeeldingen in teksten.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 6


Goede tekstopmaak zorgt er voor dat een tekst goed leesbaar is. In lange teksten is het belangrijk dat je duidelijk kunt zien uit welke onderdelen een tekst bestaat. Tekstopmaak helpt hierbij.

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 6


Goede tekstopmaak zorgt er voor dat een tekst goed leesbaar is. In lange teksten is het belangrijk dat je duidelijk kunt zien uit welke onderdelen een tekst bestaat. Tekstopmaak helpt hierbij.

Slide 23 - Tekstslide

Maak de vragen 2 t/m 12 op blz. 8 en 9
Maak de vragen 1 t/m 7 op blz. 10 en 11
timer
30:00

Slide 24 - Tekstslide

Ik weet hoe je een tekst begrijpelijker kunt maken met een goede opmaak.​
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik kan onderdelen in een tekst herkennen aan hun opmaak.
ja
nee

Slide 26 - Poll

Ik kan uitleggen hoe opmaak helpt om een tekst beter te begrijpen.
0100

Slide 27 - Poll

Ik kan zelf een gegeven tekst op een duidelijke manier opmaken.​
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik weet welke functies een afbeelding in een tekst kan hebben.​
ja
nee

Slide 29 - Poll

Ik kan aangeven welke functies een afbeelding in een tekst heeft.
0100

Slide 30 - Poll

Ik kan uitleggen hoe tekst en beeld elkaar versterken.​
0100

Slide 31 - Poll

Ik kan zelf bedenken met welk beeld ik een tekst kan versterken.​
0100

Slide 32 - Poll

Dilemma
Er worden iedere nacht vijf muggen losgelaten in je slaapkamer
Je kruipt altijd voor in de rij

Slide 33 - Poll

Huiswerk voor 7-10-2021
Maak de vragen 2 t/m 12 op blz. 8 en 9
Maak de vragen 1 t/m 7 op blz. 10  en 11
Maak de oefenbladen van les 1 en 2 (SOM)
Fictiedossier

Slide 34 - Tekstslide