4. Grammatik 6.4 - werkwoorden met een -d/-t
Textbuch Seite 31 + Arbeitsbuch Seite 54Er verandert hier, ten opzichte van de uitgangen bij de zwakke werkwoorden, iets bij du, er/sie/es en ihr.
Namelijk een -e tussen stam en uitgang.
Ook het geval bij werkwoorden die eindigen op -nen/-men.
Bv. regnen. Es regnet. Of atmen. Er atmet.